§4.2 Wat levert het op?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

§4.2 Wat levert het op?

Vandaag

1. Doelen vandaag

2. Terugblik §4.1

3. Instructie §4.2

4. Werken aan §4.2

Doelen vandaag

• Je weet wat een ondernemer is
• Je kent de drie productiefactoren en kunt uitleggen wat investeren is
• Je weet wat concurrenten zijn
• Je kunt winst berekenen 
• Je weet wanneer een bedrijf verlies maakt 

Ondernemer

1. Een ondernemer verdient zijn inkomen met een eigen bedrijf.

Productiefactoren

Concurrenten

Concurrenten zijn bedrijven die dezelfde soorten producten verkopen.

Bijvoorbeeld smart phones:

Investeren

Het kopen van kapitaalgoederen noemen we investeren

Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreiden en meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren. 

kosten < opbrengst = winst

kosten > opbrengst = verlies

Faillissement is mogelijk

Voorbeeld opdracht

Je hebt vandaag voor €325 aan ijs verkocht. De kosten waren €196. Wat is de winst? 

Voorbeeld opdracht

We gaan op koningsdag limonade verkopen. 

We verkopen deze voor €1,50 per glas. 

In totaal verkopen we 228 glazen. 

De inkoopkosten zijn €0,40 per glas. 

Verder kost het huren van het kraampje €125,- 

Wat is de totale winst/verlies van deze dag? 

Zelfstandig werken

Doen: opgaven §4.1 (blz. 98 t/m 101)

            en opgave 1,3,5,7 en 9 (blz. 124  rekenopgaves § 4.1) 

             Maken opgaven §4.2  ( blz. 102 t/m 105)

             en opgave 10, 11 en 12 (blz. 124 rekenopgaves §4.2) 

Herhaling

Productiefactoren 

Ondernemer

Concurrenten

Winst

Verlies

Huiswerk volgende les

Maken: Maken opgaven §4.2 en opgave 10, 11 en 12 blz. 124                           (rekenopgaves §4.2)

Lezen: lees alvast §4.3 door

Leren: Begin alvast met het leren van de begrippen en de                              samenvattingen van §4.1 en §4.2 (blz. 116 en 117)