H1E klimaten

Planning en doel
Doel: je kunt bij klimaatgrafieken de juiste Köppencode plaatsen.

Planning: formatieve toets om te kijken hoe goed je de stof beheerst.

Vervolgens klassikaal uitleg of zelfstandig opdrachtenblad doorlopen. Afhankelijk van de score. 

Tot slot klassikaal het opdrachtenblad bespreken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning en doel
Doel: je kunt bij klimaatgrafieken de juiste Köppencode plaatsen.

Planning: formatieve toets om te kijken hoe goed je de stof beheerst.

Vervolgens klassikaal uitleg of zelfstandig opdrachtenblad doorlopen. Afhankelijk van de score. 

Tot slot klassikaal het opdrachtenblad bespreken.

Slide 1 - Slide

Klimaten
1. Kijk naar het stappenplan-köppensysteem op je stencil.
2. Ga naar www.socrative.com.
3. Klik op login; student login.
4. Verander de taal van Engels naar Nederlands.
5. Noteer de room name: STIELSTRA4684
6. Noteer je voornaam en achternaam.
W: maak de 5 vragen.
H: zelfstandig: gebruik het
stappenplan-köppensysteem.
H: steek je vinger op bij vragen.
T: 5 minuten de tijd.
U: bij 3 vragen goed mag je zelfstandig aan het werk, anders klassikaal.
K:https://www.examenoverzicht.nl/aardrijkskunde/klimaten

Slide 2 - Slide

Oefenen
De leerlingen met een score van 80% of hoger mogen zelfstandig aan de slag met het opdrachtenblad klimaatgrafieken. De rest volgt klassikaal uitleg. 

W: koppel de juiste code aan de klimaatgrafiek van het opdrachtenblad.
H: door het stappenplan te doorlopen.
H: het stappenplan heb je gekregen op papier. Vraag eventueel je buurman om hulp (fluisterniveau).
T: tot 11.25
U: bespreken we klassikaal om 11.25
K: maak zelf een klimaatgrafiek van een stad waar jij nog een keer naar toe wil. Gebruik hiervoor Google. Hokjespapier mag je uit de kast pakken. 

Slide 3 - Slide

Gematigde zone
Gematigde zone
Droge zone
Droge zone
Tropische zone
Koude  zone
Koude  zone

Slide 4 - Drag question

Klimaatzones

Tropische zone
Droge zone
Gematigde zone
Koude zone

Echter lopen de klimaten niet altijd gelijk aan de klimaatzones.
Klimaatfactoren
Invloed op temperatuur:

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Gesteldheid van het aardoppervlak.
4. Zeestromen
5. Invloed van bergen.

Zorgt voor uitzonderingen.


Slide 5 - Slide

Amsterdam en Moskou beide in gematigde zone.
Moskou kent echter veel extremere winters, want geen zee in de buurt (klimaatfactor).

Slide 6 - Slide

India had eigenlijk in de subtropische zone/droge zone moeten liggen.
Echter valt India onder de tropische zone door de regenval (Moesson), wat wordt veroozaakt door de Himalaya.

Slide 7 - Slide

Hoe lees je een klimaatgrafiek?
Rode lijn?
Blauwe staafjes?
Links op Y-as?
Rechts op Y-as?
X-as?

Slide 8 - Slide

Grafiek 1
Gebruik het document stappenplan Köppensysteem.
- Ligt de temperatuur van de warmste maand onder de 10 °C? (E)
- Valt er minder dan 500 mm neerslag per jaar? (B)
- Ligt de temperatuur van de koudste maand boven 18 °C? (A)
- Is de temperatuur van de koudste maand hoger dan -3 °C, maar lager dan 18 °C? (C)
- Is het geen A, B, C of E-klimaat? (D)

Slide 9 - Slide

Grafiek 2
Gebruik het document stappenplan Köppensysteem.
- Ligt de temperatuur van de warmste maand onder de 10 °C? (E)
- Valt er minder dan 500 mm neerslag per jaar? (B)
- Ligt de temperatuur van de koudste maand boven 18 °C? (A)
- Is de temperatuur van de koudste maand hoger dan -3 °C, maar lager dan 18 °C? (C)
- Is het geen A, B, C of E-klimaat? (D)

Slide 10 - Slide

Grafiek 3
Gebruik het document stappenplan Köppensysteem.
- Ligt de temperatuur van de warmste maand onder de 10 °C? (E)
- Valt er minder dan 500 mm neerslag per jaar? (B)
- Ligt de temperatuur van de koudste maand boven 18 °C? (A)
- Is de temperatuur van de koudste maand hoger dan -3 °C, maar lager dan 18 °C? (C)
- Is het geen A, B, C of E-klimaat? (D)

Slide 11 - Slide

Opdracht bespreken
11.25 opdracht bespreken.
Zijn er nog vragen over de lesstof?

Slide 12 - Slide