V3 LS Unité 3 bij LIRE

V3 LS Unité 3 bij LIRE
PAK JE BOEK ERBIJ OP P.100
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

V3 LS Unité 3 bij LIRE
PAK JE BOEK ERBIJ OP P.100

Slide 1 - Slide

Lees de titel en de dikgedrukte inleiding.
Welk van de volgende dingen die jongeren op internet doen wordt NIET genoemd?
A
Foto's en filmpjes delen op social media
B
Berichtjes posten
C
Gevaarlijke spelletjes
D
Discussies voeren

Slide 2 - Quiz

Lees de titel en dikgedrukte inleiding.
Op welke vraag gaan de
specialisten antwoord geven in deze tekst?

Slide 3 - Mind map

Lees vraag 1 en het antwoord van Sophie.
Zij denkt dat jongeren goed onderscheid kunnen maken tussen het 'echte leven' en het leven online.
Hoe komt dat volgens haar?
A
Jongeren zijn vooral door school goed op de hoogte van de gevaren van internet.
B
Jongeren horen dankzij hun vrienden en kennissen op internet van de gevaren.
C
Jongeren weten dankzij school dat hun vrienden eigenlijk m eer kennissen zijn.
D
Jongeren beseffen dat ze veel mensen alleen van internet kennen en dat ze ze zelfs niet ontmoet hebben.

Slide 4 - Quiz

Vraag 1 - antwoord SOPHIE
ACTUELLEMENT is een belangrijk structuurwoord.
Het betekent:
A
In de actualiteit
B
Vroeger
C
Heden ten dage
D
Soms

Slide 5 - Quiz

Vraag 1 - antwoord Frédéric.
Frédéric is het niet eens met Sophie.
Hoe komt het volgens hem dat jongeren - ook al kennen ze de gevaren van internet - toch negatieve ervaringen kunnen hebben?
A
Zij kijken alleen naar verkeerde foto's.
B
Zij maken uiteindelijk toch geen onderscheid tussen het echte leven en dat online.
C
Zij zijn jaloers op alles wat ze op internet zien.
D
Zij laten zich meeslepen door hun emoties.

Slide 6 - Quiz

Vraag 1 - antwoord FRÉDÉRIC
POURTANT is een heel belangrijk structuurwoord.
Het leidt hier de mening van Frédéric in, die tegensteld is aan die van Sophie.
Het woord betekent:
A
toch/echter
B
daarom
C
mogelijkerwijs
D
vooral

Slide 7 - Quiz

Vraag 1 - antwoord FRÉDÉRIC
Welk voorbeeld geeft Frédéric hier van negatieve invloed van internet op jongeren?

Slide 8 - Open question

Vraag 2
Deze vraag betekent letterlijk:
A
Jongeren zitten alleen maar op internet. Is dat goed?
B
Jongeren brengen veel tijd door op social media. Is dat verloren tijd?
C
Jongeren houden van social media. Is dat wel goed?
D
Jongeren zijn dol op social media. Besteden zij hun tijd daar nuttig?

Slide 9 - Quiz

Vraag 2 - antwoord SOPHIE
Noem minimaal 2 positieve dingen op
die jongeren op social media doen
volgens Sophie.

Slide 10 - Mind map

Vraag 2 - antwoord FRÉDÉRIC
Frédéric is het niet helemaal eens met Sophie: hij vindt niet dat alle tijd die jongeren op social media zitten alleen maar positief is.
NOTEER TWEE RISICO'S van social media voor jongeren op
die Frédéric hier noemt

Slide 11 - Open question

Vraag 2 - antwoord FRÉDÉRIC
Het woord PARFOIS komt vaak voor.
Het betekent:
A
altijd
B
vaak
C
een enkele keer
D
soms

Slide 12 - Quiz

Vraag 3 - wat betekent
het begin van deze vraag:
"Sur les réseaux sociaux, on a moins de limites"

Slide 13 - Mind map

Vraag 3 - de antwoorden
Welk advies / risico wordt NIET genoemd in de antwoorden van Sophie en Frédéric?
A
Een foto die je op internet hebt gezet, verdwijnt niet zomaar en kan je jaren later in de weg zitten.
B
Deel geen dingen die echt privé zijn.
C
Denk goed na voor je iets op internet zet.
D
Informatie die je op internet zet kan bij de verkeerde mensen terecht komen.

Slide 14 - Quiz

Vraag 4 - antwoord SOPHIE
Kun je volgens Sophie op internet volkomen anoniem blijven?
A
Ja, en dat is positief
B
Ja, maar het is moeilijk
C
Nee, maar over het algemeen is het wel positief dat jongeren enigszins anoniem kunnen blijven.
D
Nee, gelukkig maar!

Slide 15 - Quiz

Vraag 4 - antwoord FRÉDÉRIC
Frédéric is het niet met Sophie eens.
Welk structuurwoord geeft al
meteen aan dat hij een andere
mening heeft?

Slide 16 - Mind map

Vraag 4 - antwoord FRÉDÉRIC
Frédéric noemt 2 gevaren die 'anonimiteit' met zich meebrengt.
Eén daarvan is 'CYBERHARCELER'.
Wat betekent dit woord volgens jou?

Slide 17 - Open question

Vraag 4 - antwoord FRÉDÉRIC
Dit is de juiste vertaling van het zinsdeel:
"cyberharceler, publier des insultes, des menaces ou des propos racistes"
A
cyberpesten, complimenten posten, bedreigingen of racistische woorden
B
cyberpesten, beledigingen posten, bedreigingen of racistische woorden
C
cyberpesten, beledigingen posten, gevaren of racistische ideeën
D
cyberpesten, complimenten posten, bedreigingen of racistische liedjes

Slide 18 - Quiz

Als ik een woord niet ken (bijvoorbeeld MENACES) dan probeer ik te raden door
A = ANDERE TAAL (lijkt bv op het Engels)
B = BEKEND ELEMENT (in het woord zit een deel dat ik ken)
of C =
A
communicatie
B
context
C
capriolen
D
café

Slide 19 - Quiz

Vraag 5 vraagt naar het belang van COMPUTERSPELLETJES.
Wat zou de positieve kant van deze spelletjes
volgens vraag 5 kunnen zijn?

Slide 20 - Open question

Vraag 5 - antwoord SOPHIE
Sophie is inderdaad positief over spelletjes online.
Na; "Mais attention" noemt zij er wel een gevaar van op, namelijk:

Slide 21 - Open question

Kijk nu naar het blauwe deel links van de tekst.
Hier worden ADVIEZEN gegeven - in de GEBIEDENDE WIJS

De gebiedende wijs ev = de je-vorm zonder 'je', dus:
   Parle avec tes parents = Praat met je ouders (tegen 1 persoon)

De gebiedende wijs mw = de vous-vorm zonder 'vous', dus
   Finissez le travail = Maakt het werk af! (tegen de hele klas)

Slide 22 - Slide