Verzorgend redeneren loi goed

Verzorgend redeneren
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verzorgend redeneren

Slide 1 - Slide

Verzorgend redeneren
Als verzorgende neem je de hele tijd grote en kleine beslissingen over de zorg: er valt je iets op, je beoordeelt wat je ziet, je denkt goed na en je neemt een beslissing. 

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste definitie van verzorgend redeneren?
A
Methode om informatie te verzamelen voor een zorgleefplan
B
Methodiek om van analyseren tot actie te komen
C
Methode om de gezondheidstoestand te observeren

Slide 3 - Quiz

Heb je al eens eerder te maken gehad met verzorgend redeneren?
Ja
Nee
Ik weet het niet

Slide 4 - Poll

Even oefenen met klinisch/verzorgend redeneren

Slide 5 - Slide

Mw Bakker heeft al een dag niet geplast. Wat kan er aan de hand zijn?

Slide 6 - Open question

Hr Krabbendam geef je diclofenac omdat hij pijn heeft na een heupoperatie. Na enkele uren krijgt hij last van zijn maag en pijn achter zijn borstbeen. Waar denk je aan? Wat is je interventie? Wat doe je daarna?

Slide 7 - Open question

Hr Kramer ligt op jouw afdeling. Het valt je op dat dhr. wat rode ontlasting heeft. Waar denk je aan?

Slide 8 - Open question

Wat is logisch nadenken?

Slide 9 - Open question

Wat is kritisch nadenken?

Slide 10 - Open question

Casus
Situatie: de volgende cliënt op je route is mevrouw de Vries. Zij is 79 jaar oud. Mevrouw de Vries woont alleen in haar appartement. Haar man is acht jaar geleden overleden, sindsdien gebruikt zij thuiszorg. Mevrouw de Vries is bekend met diabetes en hart- en vaatziekten. Eergisteren is zij gevallen in haar huis. Zij heeft daar gelukkig geen zichtbare verwonding aan overgehouden. Wanneer je binnenkomt, merk je dat ze nog in bed ligt. Ze ziet er bleek uit en heeft zweet op haar voorhoofd. Normaal gesproken zit zij al in de woonkamer met een kopje koffie op je te wachten. Mevrouw de Vries vertelt dat zij zich niet lekker voelt. Ze is wel bij bewustzijn maar reageert minder alert.  

Slide 11 - Slide

Welke stappen zou je nemen?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Welke van de drie redeneer vragen zou je stellen op het moment dat je mevrouw aantreft?
A
Wat is er aan de hand?
B
Wat kan ik voor u doen?
C
Hoe gaat het met u?
D
Wat moeten we eerst voor u doen?

Slide 14 - Quiz

Verzorgend redeneren
Door nadenken de volgende stap bepalen.

Goede beslissingen maken -> juiste gegevens verzamelen met behulp van het stappenplan 'verzorgend redeneren'. 

Slide 15 - Slide

Verzorgend redeneren

Slide 16 - Slide

Stap 1 oriëntatie op de situatie
  • Wat valt je op? (overzicht maken van observaties)
    Vitale functies: ademhaling, circulatie (hartfrequentie en bloeddruk), temperatuur en bewustzijn

Slide 17 - Slide

Stap 1 oriëntatie op de situatie
Bij bepaalde signalen verwijs je een zorgvrager altijd door naar een arts of een andere zorgverlener. Denk bijvoorbeeld aan:

  • hartkloppingen
  • bloed bij de ontlasting
  • onverklaarbaar veel dorst
  • onverklaard gewichtsverlies
  • verwardheid
  • agressie







Slide 18 - Slide

MEWS (denkhulp)

Slide 19 - Slide

Stap 2 Punten van aandacht vaststellen (levensdomeinen)

Slide 20 - Open question

Stap 3
Welke aanvullende observaties zou je willen maken.

Slide 21 - Open question

Stap 4 verzorgend beleid vaststellen
Formuleer een PES

Slide 22 - Open question

Stap 4
Formuleer een zorgdoel (SMART)

Slide 23 - Open question

Stap 5 verloop van de zorg
passende activiteiten bepalen

Slide 24 - Open question

Stap 5 Activiteiten uitvoeren

Slide 25 - Slide

Stap 5: Rapporteren (SOAP)
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 26 - Slide

Stap 6
Evalueren/Reflecteren

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Pluis/niet-pluis

Slide 29 - Slide

Wie luistert naar een pluis/niet-pluis gevoel tijdens stage?

Slide 30 - Open question

Wat doe je als je naar dat gevoel luistert?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Nog vragen?

Slide 38 - Slide

afsluiten en evalueren

Slide 39 - Slide