Hoofdtuk 3 Visvangst en -kweek

Hoofdtuk 3 Visvangst en -kweek
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdtuk 3 Visvangst en -kweek

Slide 1 - Slide

Er zijn 2 manieren om aan vis te komen, welke twee?

Slide 2 - Open question

In de Noordzee wordt heel veel gevist. Dat komt omdat daar veel vis voorkomt, de bodemgesteldheid goed is, er niet te veel stroming is en het water niet te diep is. Omdat er zoveel gevist wordt, is het belangrijk om afspraken te maken over wie er wanneer en waar mag vissen. Op deze manier kan er ook in de toekomst gevist blijven worden. Deze afspraken worden gemaakt tussen verschillende landen.



-Er zijn bijvoorbeeld afspraken over:
-Gesloten seizoenen (periodes waarin niet gevist mag worden).
-Gesloten gebieden.
-Hoeveelheid vis die per jaar gevangen mag worden, ook wel ‘quota’ genoemd.
-De grootte van de gaten (‘mazen’) in de visnetten.
-Welk type schip op welke dagen vis mag vangen.  





In de Noordzee wordt heel veel gevist. Dat komt omdat daar veel vis voorkomt, de bodemgesteldheid goed is, er niet te veel stroming is en het water niet te diep is. Omdat er zoveel gevist wordt, is het belangrijk om afspraken te maken over wie er wanneer en waar mag vissen. Op deze manier kan er ook in de toekomst gevist blijven worden. Deze afspraken worden gemaakt tussen verschillende landen.

-Er zijn bijvoorbeeld afspraken over:
-Gesloten seizoenen (periodes waarin niet gevist mag worden).
-Gesloten gebieden.
-Hoeveelheid vis die per jaar gevangen mag worden, ook wel ‘quota’ genoemd.
-De grootte van de gaten (‘mazen’) in de visnetten.
-Welk type schip op welke dagen vis mag vangen.  

Slide 3 - Slide

Door deze afspraken kan het voorkomen dat er op bepaalde tijden van een bepaalde vissoort geen of heel weinig aanvoer is. Daardoor gaat de prijs snel omhoog. Ook weersinvloeden kunnen veel invloed hebben op de prijs, bijvoorbeeld een lange periode met veel storm die verhindert dat er schepen uit kunnen varen.

Niet elke vis wordt op dezelfde manier gevangen. Als je bijvoorbeeld schol wilt vangen, moet je op de zeebodem zijn. Terwijl haring alleen hoger in de waterkolom te vinden is. Dit vraagt om verschillende technieken van vissen.  

Slide 4 - Slide

Welke 2 soorten visserij zijn er?
A
actieve
B
passieve
C
in de lucht
D
op vaste land

Slide 5 - Quiz

Er zijn twee soorten vistechnieken: actieve en passieve technieken.

Bij actieve technieken moet kracht worden gebruikt om het visnet voort te bewegen. Bij passieve technieken wordt een net of ander vistuig op één plaats vastgezet en bijvoorbeeld een dag later opgehaald om de vangst eruit te halen.
Hieronder staan enkele visserijtechnieken beschreven.  
-Boomkor                        -Twinrig 
-Sumwing                        - Trawl
-Pulskor                            - Flyshoot

Dit zijn actieve vistechnieken 

Slide 6 - Slide

twinrig
Boomkor
Flyshoot
trawl (pelagische visserij)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Staand-want

De technieken die hierboven beschreven staan, zijn actieve visserijtechnieken. Er zijn ook meer passieve technieken, zoals de ‘Staand-want’. Dit is een soort muur van netten (of één net) die wordt vastgezet op de zeebodem. De vissen zwemmen tegen dit net op en raken daarin verstrikt. Er kunnen verschillende soorten netten gebruikt worden. Bijvoorbeeld kieuwnetten: de vis kan zijn kop door de maas van het net steken, maar kan dan niet meer terug. Bij staand-wantvisserij worden vooral tong, kabeljauw, tarbot, harder en zeebaars gevangen.  

Slide 10 - Slide

Fuik
Een andere passieve techniek die veel wordt toegepast is vissen met fuiken.
Een fuik is een visnet dat bestaat uit een aantal achter elkaar geplaatste trechters. Vissen kunnen hierdoor makkelijk naar binnen zwemmen, maar moeilijk terug naar buiten. Fuiken worden langs de kust geplaatst en vooral ingezet voor het vangen van paling, krab en kreeft.  
Beug
Bij beugvisserij gebruik je één of meer lange vislijnen, waar meerdere vishaken aanzitten. De vislijnen kunnen wel 40-100 km lang zijn.  


Slide 11 - Slide

staand-want
fuik visserij

Slide 12 - Slide

Welke twee duurzaamheid labels kan een vis hebben?
A
MSC
B
ASC
C
MSA
D
ACM

Slide 13 - Quiz

MSC (Marine Stewardship Council)

Zoals je hierboven al kon zien aan de verschillende vistechnieken, is men steeds meer op zoek naar manieren om zo duurzaam mogelijk te vissen. Hierdoor wordt de natuur zo min mogelijk beschadigd en blijft het ook in de toekomst mogelijk om te vissen. Eén van de manieren om te laten zien dat vis op een duurzame manier gevangen is, is om het visbedrijf MSC te laten certificeren.  
MSC (Marine Stewardship Council)

Zoals je hierboven al kon zien aan de verschillende vistechnieken, is men steeds meer op zoek naar manieren om zo duurzaam mogelijk te vissen. Hierdoor wordt de natuur zo min mogelijk beschadigd en blijft het ook in de toekomst mogelijk om te vissen. Eén van de manieren om te laten zien dat vis op een duurzame manier gevangen is, is om het visbedrijf MSC te laten certificeren.  

Slide 14 - Slide

MSC (Marine Stewardship Council) is een onafhankelijke, wereldwijde organisatie zonder winstoogmerk. Het werd in 1997 opgericht door Unilever en het Wereld Natuur Fonds. MSC wil via het keurmerk een bijdrage leveren aan de gezondheid van de oceanen wereldwijd door ecologisch duurzame visserijactiviteiten te belonen en door invloed uit te oefenen op de keuzes van de consument.  

Slide 15 - Slide

MSC certificeert wildgevangen vis voor visserijen uit de hele wereld. De criteria zijn in het kort: 
-De visserijdruk brengt duurzame exploitatie van het   bestand niet in gevaar. 
-Er is minimale belasting op het ecosysteem waarvan   de visserij afhankelijk is. 
-Het beheer is effectief en de visserij leeft alle wetten   na. 



  t

Slide 16 - Slide

MSC beoordeelt deze criteria niet zelf, daar huren ze een onafhankelijk bureau voor in. Dit draagt bij aan de onafhankelijkheid van het keurmerk. Het MSC-logo is uitgegroeid tot een op wereldschaal geloofwaardig, herkend en erkend vis ecokeurmerk. Inmiddels dragen enkele door Nederlandse visserijbedrijven gevangen vis het MSC-logo.
Het MSC-keurmerk is er niet alleen voor de visvangst. Ook een groothandel of visspeciaalzaak die het MSC-keurmerk wil gebruiken voor een product moet certificering aanvragen.  

Slide 17 - Slide

Kweektechnieken
Naast het vangen van wilde vis, wordt er ook steeds meer vis gekweekt.
Een derde van alle vis die wereldwijd gegeten wordt, is kweekvis.
De verwachting is dat dit aandeel in de toekomst nog flink zal groeien.
Het kweken van vis kan in zee gebeuren (‘open kweek’), 
maar ook op het land (‘gesloten systemen’).  





Slide 18 - Slide

Open kweek gebeurt onder andere in de Noorse fjorden en in Azië. Een open systeem is een natuurlijk watersysteem (zoals een fjord of een baai) waar voedsel op natuurlijke manier in komt. Men hangt een kooi of een rond net als een zak in het water, waarbij de bodem niet wordt geraakt.samenkomen in zo’n open systeem, komen er op die plaatsen meer afvalstoffen in het water terecht dan op andere plaatsen (zoals mestoverschot). Daarom mag een open systeem niet te lang op één plek blijven. De natuur kan zichzelf dan weer herstellen als de kooi of het net verwijderd is.  
De dieren die hierin terechtkomen, worden bijgevoerd. Er wordt gewerkt met verschillende voersystemen. Door het bijvoeren, en doordat er veel vissen



Slide 19 - Slide

Open kweek kan op twee manieren gebeuren: 

-De vis wild vangen en vervolgens vetmesten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij tonijn. Op deze manier is er het hele jaar aanvoer van verse tonijn. 

-Volwassen dieren vangen en vervolgens verder kweken met de eitjes hiervan. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij tilapia, zalm en zeebaars.   

Slide 20 - Slide

Gesloten systemen zijn bakken water die op het land staan. Deze kweeksystemen maken het mogelijk om temperatuur en afvalstoffen in het water heel goed te controleren, daarom heten ze ook wel ‘recirculatiesystemen’. Het water wordt steeds gezuiverd. Ook wordt er vaak extra zuurstof aan het water toegevoegd. Hierdoor kunnen er relatief veel vissen in één ruimte zwemmen. Voor het kweken van vissen in gesloten systemen wordt meestal bewust gekozen voor een vissoort die goed met veel vissen in één kleine ruimte kan leven. Bij gesloten systemen komen er dus geen afvalstoffen in de natuur terecht, zoals bij de open systemen. Er worden proeven gedaan om het mestoverschot van de kweekvis op een goede manier te kunnen gebruiken. Zo is er bijvoorbeeld een paprikakwekerij waar tilapia gekweekt wordt. De mest wordt dan gebruikt bij de paprikateelt.  

Slide 21 - Slide

Vissoorten uit gesloten kweeksystemen zijn bijvoorbeeld meerval en tilapia. 
De meeste kweekvis komt uit Azië, daar worden veel meervalachtigen gekweekt. Maar ook in Europa neemt het kweken van vis toe. In Schotland en Noorwegen wordt bijvoorbeeld zalm en zeeforel gekweekt. In Nederland vindt op kleine schaal kweek plaats. Dit is vooral paling en meerval en wordt rechtstreeks aan rokerijen, groothandel, horeca en supermarkten verkocht. Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met het kweken van mosselen. Ook wordt op relatief kleine schaal onder andere snoekbaars, tilapia, barramundi, tarbot en tong gekweekt. 

   

Slide 22 - Slide

Palingkweek 
De vis die het meest gekweekt wordt in Nederland is de paling. Dit gebeurt meestal in gesloten recirculatiesystemen. Het water wordt daarbij biologisch gefilterd. Dat betekent dat alle afvalmaterialen uit het water gehaald worden door micro organismen of door algen. Hierdoor is het waterverbruik erg laag. Eigenlijk wordt paling niet echt gekweekt, omdat een paling zich niet in gevangenschap voortplant. De palingkwekerijen zijn dus in feite palingmesterijen, waar jonge wilde paling opgroeit tot die consumptierijp is. 

   

Slide 23 - Slide

Meervalkweek 
Als sinds de jaren ’80 wordt meerval gekweekt in Nederland. De meerval is heel geschikt als kweekvis, omdat hij relatief weinig water nodig heeft. Er kunnen dus veel vissen in een kleine ruimte gehouden worden. Het is ook niet nodig om zuurstof aan het water toe te voegen. Er is niet veel ruimte nodig om een meervalkwekerij op te zetten. Vandaar dat enkele varkens- of pluimveehouders ook meerval zijn gaan kweken als nevenactiviteit.   

Slide 24 - Slide

Voor de meeste mosselkweek worden jonge mosseltjes uit het wild gehaald.  Die groeien vervolgens onder gecontroleerde omstandigheden op kweekpercelen op. In het voorjaar legt een mossel miljoenen eieren. De larven hechten zich vast op een geschikte plek op de zeebodem en groeien daar uit tot mossel. Wanneer ze één tot twee centimeter groot zijn, noem je het mosselzaad. Dit zaad wordt opgevist en uitgezet op speciale percelen waar de mosselen verder kunnen groeien. Dit zaadvissen gebeurde veel op de waddenbodem. Het opvissen en uitzetten van mosselzaad is schadelijk voor het milieu en de waddenbodem. Daarom worden tegenwoordig steeds meer mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) gebruikt. Dit zijn grote netten die in zee gehangen worden, waaraan het mosselzaad zich kan hechten. 


  

Slide 25 - Slide

In Zeeland en op Texel worden mosselen ook daadwerkelijk gekweekt in grote bassins. De mosselen worden dan vanaf het ei-stadium opgekweekt nadat mosselen in gevangenschap hebben gepaaid. Daar komt dus geen wildvangst van mosselzaad aan te pas. Deze projecten zijn nog in het experimenteerstadium waarbij gekeken wordt hoe de mosselen op de beste manier gekweekt kunnen worden. Een van de moeilijkste aspecten van het kweken van mosselen is de enorme hoeveelheden algen die opgekweekt moeten worden om de mosselen te voeden. Dit kost veel tijd en ruimte. Er zijn ook projecten gaande die aan het experimenteren zijn met de kweek van andere soorten schelpdieren, zoals kokkels en oesters.

Slide 26 - Slide

ASC (Aquaculture Stewardship Council)

Omdat MSC geen kweekvis beoordeelt, is hier een aparte instantie voor opgericht: het Aquaculture Stewardship Council (ASC). Het ASC beheert de duurzaamheid standaarden voor aquacultuur (kweek) en is verantwoordelijk voor het inhuren van onafhankelijke certificerende partijen. Het Wereld Natuur Fonds en het Initiatief Duurzame Handel (IDH) zijn oprichters van ASC.  

Slide 27 - Slide

Criteria van het ASC-keurmerk gaan over:

-Kweekomstandigheden die respect hebben voor het milieu (zoals behoud van biodiversiteit en gezonde wilde populaties)

-Voedseladditieven (geen gesjoemel daarmee)

-Sociale omstandigheden (bijvoorbeeld geen kinderarbeid; gezondheid van medewerkers)  


Slide 28 - Slide

Voordat dat stukje gerookte zalm, verse haring of gebakken kibbeling op jouw bord belandt, heeft de vis al een hele weg afgelegd. Na het vangen wordt de vis onder andere be- en verwerkt. De weg die een vis aflegt vanaf het moment waarop hij gevangen wordt totdat hij op jouw bord ligt, noem je de ‘visketen’. Die keten ziet er als volgt uit:



In Nederland hebben alle vissers die vis uit de Noordzee vers aanvoeren een veilplicht. Dat betekent dat ze de vis die zij vangen via de visafslag moeten verkopen.
De afslag is een plek waar kopers (groothandel) en verkopers van vis samenkomen. De afslag koopt zelf geen vis.  

Slide 29 - Slide

Door de veilplicht is het makkelijk te controleren hoeveel vis er gevangen wordt en of men zich gehouden heeft aan de eerder genoemde Europese afspraken. Er wordt namelijk geregistreerd wanneer en hoeveel er van elke vissoort wordt aangeleverd. Dat is nodig om te kunnen zien hoeveel vis er op een bepaald moment nog over is van de quota. En om te kunnen bepalen hoeveel vis er in totaal in zee zit. De groothandel verkoopt de vissen weer door aan be- en verwerkingsbedrijven, waar de vis bijvoorbeeld wordt schoon
gemaakt, gefileerd, geportioneerd, gemarineerd, verpakt, gekoeld en als vers of diepgevroren product aan klanten in het binnen- en buitenland verkocht. Meer dan 80% van de totale Nederlandse aanvoer wordt geëxporteerd naar het buitenland. Onze Europese zuiderburen (Spanje en Italië) bijvoorbeeld, eten veel van de door Nederlandse vissers gevangen tong en schol.
  

Slide 30 - Slide

In het schema zie je hoe de wildvangst uit de Noordzee via Nederlandse visafslagen de consument bereikt. Deze keten geldt voor bodemvissen zoals tong en schol en voor schaal- en schelpdieren. Soms is de keten iets korter, omdat de gevangen vis aan boord al wordt verwerkt en ingevroren. Óf omdat de vis geïmporteerd wordt uit het buitenland of gekweekt is, deze vis komt rechtstreeks bij de groothandel binnen.  

Slide 31 - Slide