Uit woordenschat hoofdstuk 3 ken je nu 3 nieuwe vormen van beeldspraak:
- de asyndetische vergelijking (Mijn vader, de held, helpt arme mensen)
- de synesthesie (met een scherpe blik)
- de homerische vergelijking (Hij ontstak in woede, heftig als die van
een Amsterdammer aan een autostuur, die, rijdend door rood licht, komende van links, moet wijken voor een ander, die van rechts door groenlicht nadert... Zo was zijn toorn.)