5.3 Hervorming van de kerk

De Reformatie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Reformatie

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze lessen kun je herkennen en uitleggen wat de Reformatie is, en welke gevolgen dit voor de Kerk én de inwoners van Europa had.

Slide 3 - Slide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 4 - Slide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 5 - Slide

Reformatie
  • Betekent hervorming

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 6 - Slide

Kritiek

Vanaf de 15e eeuw kritiek op de katholieke kerk:
  • Grote macht
  • Enorme rijkdom



    Slide 7 - Slide

    Aflaat
    Kwijtschelding van zonde

    Slide 8 - Slide

    Misstanden Katholieke kerk

    • Geestelijken passen stenge regels toe -> Maar houden zich er zelf niet aan

    • Paus en bisschoppen: Leven in weelde en rijkdom. En streven naar macht


    Slide 9 - Slide

    Humanisme


    Belangstelling van geleerden voor de antieke literatuur, poëzie en geschiedenis



    Slide 10 - Slide

    Luther
    In 1517 komt Luther met 95 stellingen

    • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

    Slide 11 - Slide

    Ideeën Luther
    • De Bijbel is de enige bron van het geloof.
    • Ieder mens kan zelf in contact komen met God door bijbel studie.
    • Geestelijken zijn geen bijzondere mensen, ze mogen trouwen.
    • Geen verering van heiligen, dus geen beelden in de kerk.
    • De meeste sacramenten zijn onzin.
    • Niet de paus is het hoofd van de kerk, maar de vorst van een land beschermt de kerk. Hij benoemt de bisschoppen.
    • Kloosters kunnen worden afgeschaft. Hun bezit wordt eigendom van de vorst.
    • De macht van de vorst moet worden geaccepteerd. Een opstand tegen een vorst moet je zien als een opstand tegen God.

    Slide 12 - Slide

    Geen hervorming

    • Wordt door de Paus in de ban gedaan

    • Na de Rijksdag van Worms (1521) door Karel V vogelvrij verklaard 

    Slide 13 - Slide


    Waarom heeft Luther succes?

    • Uitvinding boekdrukkunst 

    • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.

    • Eenvoud en soberheid spreken arme gelovigen aan.

    Slide 14 - Slide

    Aantrekkelijk voor vorsten
    • Werden hoofd van de kerk in hun gebied.
    • Kloosterbezittingen werden hun eigendom.
    • Onderdanen moesten altijd gehoorzamen.
    • Karel V, die fel katholiek was, kon zo worden tegengewerkt.

    Slide 15 - Slide

    Gevolgen van de reformatie
    • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van protestantse kerken 

    • Inquisitie: Vervolging van protestanten (ketters)

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Video