Unit 5 Lesson 2

English class
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

English class

Slide 1 - Slide

Na deze les kan ik.....
  • De Present Perfect toepassen
  • Mensen, evenementen en hoe ik me voel beschrijven

Slide 2 - Slide

Lesson 5.2: Writing
Now: Let's get started in Unit 5 lesson 2
Open the A assignment 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lesson 5.2: Writing
in Learnbeat -> 5.2 B Find out:
Read the text and answer the questions

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je hebt 2 voorbeelden gezien van de PRESENT PERFECT.
Vertel zelf eens hoe deze tijd eruit ziet.

Slide 10 - Open question

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 11 - Slide

The present perfect 


Voltooid deelwoord
1. Werkwoord + -ed 
2. 3e rijtje onregelmatig

To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought 

Slide 12 - Slide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 13 - Slide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 14 - Slide

Signaal woorden:

FYNE JAS

For
Yet
Never
Ever

Just
Already
Since 

Slide 15 - Slide

Wat is de 'formule' voor de present perfect?
A
have / has + voltooid deelwoord
B
had + voltooid deelwoord
C
have / has + ing vorm
D
had + ing vorm

Slide 16 - Quiz

Het voltooid deelwoord eindigt bij regelmatige werkwoorden op -ed. Bij onregelmatige werkwoorden vind je ze in het .... rijtje van de irregular verbs.
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde

Slide 17 - Quiz

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 18 - Quiz

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 19 - Quiz

He ... (never to be)
a superhero.

Slide 20 - Open question

I ... (never to steal) something

Slide 21 - Open question

Form the present perfect:
(I / go / to the library today)

Slide 22 - Open question

Form the present perfect:
(you / eat Thai food before?)

Slide 23 - Open question

Hoe maak je deze bevestigende present perfect zin vragend?
"They have done their work."

Slide 24 - Open question

Hoe maak je deze bevestigende present perfect zin ontkennend?
"She has written a song for Beyonce."

Slide 25 - Open question

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video

HOMEWORK Tuesday 12/4

leren present perfect + woordjes 5.2
maken opdracht C+D+E lesson 5.2 

Slide 30 - Slide