Leereenheid 8 - Presenteren

Leereenheid 8 - Presenteren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Didactiek theorieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leereenheid 8 - Presenteren

Slide 1 - Slide

Wat versta jij onder presenteren?

Slide 2 - Mind map

Presenteren =
Aan de doelgroep vertellen en laten zien van informatie


1. Als sportleider is het belangrijk om goed te kunnen presenteren
2. De manier van presenteren is belangrijk voor de relatie en het contact dat je opbouwt met je groep

Slide 3 - Slide

Hoe verwelkom jij jou groep op stage?

Slide 4 - Mind map

E = K x A
(K)waliteit = Kwaliteit van de boodschap

(A)cceptatie = De mate waarin de deelnemers de boodschap accepteren

(E)ffect = het effect van de communicatie

Slide 5 - Slide

Goed presenteren kent 3 verschillende elementen. Welke?
A
Voorbereiding, verbale, non verbale communicatie
B
Voorbereiding, communiceren, evalueren
C
non verbale, verbale, manuele communicatie
D
manuele, tactiele, auditieve communicatie

Slide 6 - Quiz

Voorbereiding
1. Wie zijn de deelnemers?
Bijv. Leeftijd, herkomst, opleidingsniveau, grootte.
2. wat is het doel van de presentatie?
Sfeer creëren, informatieoverdracht, concentratie opwekken
3. Hoe bouw ik een presentatie op?
Hoe begin je, wat komt daarna en hoe sluit je af?

Slide 7 - Slide

Voorbereiding
4. Positie
Waar ga je staan, waar zet je de groep neer, afstand, omgevingsfactoren
5. Aandacht vragen en aandacht houden
Maak duidelijke afspraken, zoals jij praat dan zijn zij stil. Wacht met spreken tot deelnemers stil zijn.

Slide 8 - Slide

Verbale communicatie bestaat uit 2 onderdelen. Welke?

Slide 9 - Open question

Verbale communicatie
1. Taalgebruik
De woorden die je gebruikt

2. Stemgebruik
Stem verheffen, intonatie, articuleren.

Slide 10 - Slide

Non-verbale communicatie bestaat uit 4 onderdelen. Welke?

Slide 11 - Open question

Non-verbale communicatie
1. Uiterlijk
Geeft 1e indruk. Kleding, haar netjes. Moe gezicht

2. Lichaamshouding
Hoe sta je, open/gesloten houding, gespannen/ontspannen

Slide 12 - Slide

Non-verbale communicatie
3. Gezichtsuitdrukking / oogcontact
Vrolijk/verveeld kijken, kijk je mensen aan.

4. Arm- en handgebaren
"praat met je handen", handen in de zakken/zij/op de rug.

Slide 13 - Slide