This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Aujourd'hui
A, B et C
Grammaire D: à / de+ lidwoord
Corriger: ex. 15, 16, 17, 18
Francofolies
Le but:
à en de + bepaald lidwoord gebruiken
Slide 2 - Slide
Jeu des verbes
Nombre
Personne
Verbe
1
je
aller
2
tu
habiter
3
il
avoir
4
nous
faire
5
vous
être
6
ils
pouvoir
- Gooi 2x met de dobbelsteen
- vervoeg het werkwoord
- schrijf je antwoord op
- iemand van je groep controleert of het goed is
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
La voiture (van de) parents.
Slide 5 - Open question
Je vais (naar de) entrainement.
Slide 6 - Open question
Nous allons (naar de) cours de français.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Ma bucketlist: dans 10 ans
Slide 9 - Mind map
Francofolies
Slide 10 - Slide
Tu connais bien Paris?
Slide 11 - Mind map
C'est quoi, l'histoire de la Tour Eiffel?
1 jour, 1 actu.
Slide 12 - Slide
Hoe hoog is de Eiffeltoren?
Slide 13 - Mind map
L'histoire de la Tour Eiffel
Bekijk op de volgende dia de website met een video over de Eiffeltoren.
Kijk en luister goed naar de video. Je gaat proberen zoveel mogelijk vragen goed te beantwoorden. Lees ook de tekst eronder om meer informatie te verkrijgen.
Slide 14 - Slide
https:
Slide 15 - Link
In welk jaar is de Eiffeltoren gebouwd?
A
1889
B
1888
C
1887
D
1890
Slide 16 - Quiz
In welk jaar vinden de Olympische spelen plaats in Parijs?
A
2022
B
2023
C
2024
D
2025
Slide 17 - Quiz
Gustave Eiffel hield de sloop van de Eiffeltoren tegen, waarom? (2 antwoorden goed)
A
Het kon gebruikt worden als toeristische attractie.
B
De expositie was nog niet afgelopen.
C
Het kon als weerstation gebruikt worden.
D
Het kon als radiopunt gebruikt worden.
Slide 18 - Quiz
Waar werden de stukken ijzer voorbereid?
A
Op de plek van de Eiffeltoren.
B
In een fabriek vlakbij de uiteindelijke plek.
Slide 19 - Quiz
Hoe diep was de fundering van de 4 pilaren?
A
10 meter
B
15 meter
C
20 meter
D
25 meter
Slide 20 - Quiz
Waarom is de Eiffeltoren van ijzer en niet van steen?
A
IJzer is steviger
B
IJzer is zwaarder
C
Steen is zwaarder
D
In die tijd was er niet genoeg steen.
Slide 21 - Quiz
Welke kleur wordt de Eiffeltoren?
A
goudbruin
B
bruin
C
zilver
D
grijs
Slide 22 - Quiz
Wat vindt jij ervan dat de Eiffeltoren een andere kleur krijgt voor de Olympische Spelen?