This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
verder met prijselasticiteit
nakijken opgaven 2.9 t/m 2.12
welke informatie geeft de prijselasticiteit?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
primaire goederen en luxe goederen
Primaire goederen: noodzakelijke goederen die je nodig hebt om te leven, eerste (eten, drinken, kleding, onderdak). Dus bij een prijsverandering blijf je er toch ongeveer hetzelfde van kopen.
Luxe goederen: Goederen die je niet echt nodig hebt. Als die duurder worden koop je er dus direct minder van.
Slide 4 - Slide
Vraaglijn
Primair goed
--> prijsdaling leidt nauwelijks tot meer vraag
--> prijsstijging leidt nauwelijks tot minder vraag
Luxe goed
--> prijsdaling leidt tot veel grotere vraag
--> prijsstijging leidt tot veel minder vraag
Slide 5 - Slide
Elasticiteit en omzet
De waarde van de elasticiteit zegt iets over of de omzet zal toe- of afnemen bij een prijsstijging of –daling.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld 1
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld 1
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
De omzet daalt als de prijs stijgt
Slide 8 - Slide
Voorbeeld 2
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 9 - Slide
Voorbeeld 2
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
De omzet stijgt als de prijs stijgt.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 3
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 3
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
De omzet stijgt als de prijs daalt
Slide 12 - Slide
Voorbeeld 4
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld 4
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -0,5. De prijs was € 10 en daalt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
De omzet daalt als de prijs daalt
Slide 14 - Slide
Probeer de tekst van de volgende vragen in te vullen
Zet iedere keer de letter neer en je antwoord er achter:
A .....
B .....
Slide 15 - Slide
De omzet daalt, want de gevraagde hoeveelheid zal procentueel meer afnemen dan dat de prijs procentueel stijgt. Dit komt omdat er sprake is van een elastische vraag.
Bij een elastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een .........................A.............................. van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs ....................B.................... is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 16 - Open question
Bij een inelastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een ....................A..................... van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs .................B.................... is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 17 - Open question
Bij een inelastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ........................A......................... van de omzet, omdat de procentuele daling van de prijs ...................B.................... is dan de procentuele stijging van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 18 - Open question
Bij een elastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ...............A............. van de omzet, omdat ............B.................... .............................................................................................................................................................................................................................................................................................
Slide 19 - Open question
Voor de volgende les
Je maakt t/m 2.7 en je leest als voorbereiding op de volgende les blz. 20 en 21
Het onderwerp voor de volgende les is kruiselingse prijselasticiteit van de vraag.