6.3: De machtige kerk (1)

6.3: De machtige kerk (1)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.3: De machtige kerk (1)

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • introductie paragraaf 6.3
  • Zelf lezen + controle vragen maken in LessonUp
  • Aan de slag met de opdrachten van paragraaf 6.3 op de online methode.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les
Heb je geleerd:
  • Hoe mensen in de middeleeuwen dachten over de hemel en de hel.
  • Welke twee soorten kerken er waren in de middeleeuwen en hoe je ze kunt herkennen.
  • De betekenis van de begrippen: vagevuur, relikwie en bedevaart

Slide 3 - Slide

6.3: De machtige kerk
In deze paragraaf leer je:
  • welke soorten kerken christenen bouwden
  • hoe godsdienstig christenen waren en hoe machtig de kerk daardoor was
  • hoe christenen optraden tegen mensen die zich niet gedroegen volgens de normen van de kerk.
    Deze paragraaf heeft geen kenmerkend aspect.

Slide 4 - Slide

lees de volgende dia's goed door en geef antwoord op de vragen.

Slide 5 - Slide

kerkenbouw:
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.

Slide 6 - Slide

Verschillende soorten kerken in de middeleeuwen:

1000- 1200: Romaanse stijl: Stenen kerken die leken op vroegere Romeinse bouwwerken. Kleine ramen met ronde bogen in dikke muren.

1200-1500: Gotische stijl: hoge kerken met dunnere muren en spitse bogen die ondersteund werden door stenen bogen aan de buitenkant. Grote ramen met kleurrijke afbeeldingen in glas in lood. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Dit is een...
A
Romaanse kerk
B
Gotische kerk

Slide 14 - Quiz

Dit is een...
A
Romaanse kerk
B
Gotische kerk

Slide 15 - Quiz

Kerk en geloof:
volgens de kerk in de middeleeuwen konden er na de dood 3 dingen gebeuren:
1. Als je goed geleefd had ging je direct naar de hemel.
2. Je werd eerst gestraf voor je zonden en moest daarom een periode in het vagevuur.
3. Als je een doodzonde had gedaan zoals bijv. een moord, dan moest je voor eeuwig branden in de hel.

Slide 16 - Slide

Lees de vorige dia nog eens door.
Leg uit wat de volgende dia te maken heeft met de grote macht die de kerk had.

Slide 17 - Open question

Toch naar de hemel:
Om toch in de hemel te komen kon je de volgende dingen doen:
  • veel bidden
  • met een aflaat, een document dat je van de kerk kreeg als je iets goeds had gedaan.
  • op bedevaart gaan. Op reis gaan naar een heilige plek om daar te bidden.
  • bidden tot een heilige, zodat die een goed woordje voor je kan doen bij God. vaak werden er relikwiën vereerd, dit zijn overblijfselen van heiligen die in kerken werden bewaard.

Slide 18 - Slide

Bekijk nog eens de vorige dia.
Welk van de manieren om in de hemel te komen zie je op de afbeelding?

Slide 19 - Open question

Het op bedevaart gaan gebeurt tegenwoordig nog steeds, welk bedevaartsoord (heilige plek om te bidden) is tegenwoordig het meest bekend? (tip het is niet van het christendom)

Slide 20 - Open question

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 21 - Open question

Aan de slag:
  • Lees het eerste kopje theorie van paragraaf 6.3 (online methode)
  • Maak van paragraaf 6.3 opdr 1 t/m 4

Slide 22 - Slide