BS 1 - Les 2 Levensverschijnselen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

START 

Telefoons in de telefoontas

Pak je plenda erbij

PLENDA: HUISWERK

Dinsdag 10 sept: 

Maak BS 1: Opdr 2, 6 & 7

Donderdag 12 sept: 

Maak BS 5: 1, 2, 6, 8

Afkortingen: 

BS = basisstof

Opdr = opdracht

CHECK JE KENNIS

STAP 1. Beantwoord de volgende drie vragen op je 'lesticket': 

1. Wat bestudeer je bij biologie? 
2. Wat wordt bedoeld met de term organisme? 
3. Wat is het verschil tussen levend, dood en levenloos? 

Kun je deze vragen beantwoorden? Dan heb je de lesdoelen van vorige les behaald! 

STAP 2. Bespreek met je buur: waaraan kun je merken/weten/zien dat iets leeft? Schrijf jullie antwoorden op de achterkant van je blaadje. 

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. weet ik niet

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. weet ik niet

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. weet ik niet

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. weet ik niet

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. weet ik niet

HOE WEET JE DAT IETS LEEFT?

Organismen vertonen levenskenmerken 

Kun je voorbeelden noemen van levenskenmerken? 

Het zijn er zeven! 

HOE WEET JE DAT IETS LEEFT?

Organismen vertonen levenskenmerken 

ONDERZOEK. 

AAN DE SLAG! 

Ga aan de slag met het huiswerk voor dinsdag:

Maak BS 1: Opdr 2, 6 & 7

Klaar? 

1. Pak je Plenda en vink je huiswerk af. 
2. Check je Plenda om te zien wat het huiswerk is voor donderdag 
3. Ga met het huiswerk aan de slag (lees eerst de tekst!).