Les 2.1 Bollen en knollen

Groen
Les 2.1; Bollen en knollen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GroenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Groen
Les 2.1; Bollen en knollen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Aan het einde van de les weet je:
  • wat het verschil is tussen een bloembol en een knol
  • welke soorten bloembollen er zijn
  • welke soorten knollen er zijn
  • de functie van een knol of bloembol

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke bloembollen
kennen julllie?

Slide 4 - Mind map

Hyacinten, narcissen, sneeuwklokjes, krokussen en tulpen.

A
Tulpen
B
Krokussen
C
Hyacinten
D
Narcissen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


A
Tulp
B
Krokus
C
Hyacint
D
Narcis

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
Tulpen
B
Krokussen
C
Hyacinten
D
Narcissen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


A
Tulpen
B
Krokussen
C
Hyacinten
D
Narcissen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke knolgroenten
kennen jullie?

Slide 9 - Mind map

Aardappels, knolselderij, radijs, bieten en koolraap.

A
Koolraap
B
Knolselderij
C
Bieten
D
Radijs

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


A
Koolraap
B
Knolselderij
C
Bieten
D
Radijs

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
Koolraap
B
Knolselderij
C
Bieten
D
Radijs

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


A
Koolraap
B
Knolselderij
C
Bieten
D
Radijs

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet een bloembol eruit?
  • In een bloembol zit een kiem, deze heeft al het uiterlijk van een bloem wanneer hij nog in de bol zit. 
  • Om de kiem zit een vlezige witte substantie, welke rokken worden genoemd.
  • De rokken van de bol slaan al het voedsel op om de bol te laten groeien en bloeien

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit de bol in elkaar?
  1. Rokken
  2. Stengel
  3. Wortels
  4. Bolbodem
  5.  Schil                       (beschermd tegen kou en ziekmakers)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bollen planten
Bollen moeten je tijdig planten, zodat ze sterke wortels krijgen. Je plant de bollen voordat de vorst komt, anders krijg je de schop niet meer in de grond. Voorjaarsbloeiende bollen zitten vol met reservevoedsel. daarom bloeien ze voor het groeiseizoen. Knip de bloemen niet direct na de bloei af. De bollen moeten eerst weer op krachten komen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Knolgewas
  • Een knolgewas is een gewas dat om de knol geteeld wordt. De knol is het opgezwollen deel van de stengel. 
  • Tot de knolgewassen behoren verschillende groentesoorten, waarvan de knollen als voedingsrijke opslagorganen dienen en daardoor voor de consumptie geschikt zijn.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit een knol in elkaar


Snij een aardappel door met je groepje.
Hoe zit het met een knol?
2. Een aardappel heeft ogen (op  de 3. schil)
1. Een aardappel heeft uitlopers.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aardappel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Noem een paar bloembollen:

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Hoe heten de bollen en knollen?
Tulp
Narcis
Krokus
Hyacint

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Noem een paar knolgroenten:

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Hoe heten de lagen van een bol?
A
Schijven
B
Rokken
C
Strepen
D
Stengels

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten deze dingetjes
op een aardappel?
A
Stekels
B
Puntjes
C
Uitlopers
D
Uitsteeksels

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de kleine
gaatjes op de schil
van een aardappel?
A
Ogen
B
Stipjes
C
Putjes
D
Puntjes

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft/hebben een schil?
A
Alleen een bol
B
Alleen een knol
C
Allebei geen schil
D
Allebei wel een schil

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Terug- en vooruitblik
  • Je weet wat een bol is, welke er zijn en hoe ze groeien
  • Je weet wat een knol is, welke er zijn en hoe ze groeien
  • Je weet wanneer je een bol of knol moet poten

  • We gaan nu de werkopdracht bollen en knollen maken.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Gebruik al je zintuigen en onderzoek de ui en de aardappel.
Zintuigen:







Slide 32 - Slide

This item has no instructions



  • Binnen in zit een   miniplantje
  • Bestaat uit lagen (rokken)
  • duidelijke boven- en   onderkant


  • Heeft geen laagjes, maar is één geheel
  • De wortels komen uit alle kanten
Bol
Knol

Slide 33 - Slide

Het grote verschil tussen een bol en een knol is de binnenkant. Een bol bevat alle elementen om een plant te worden al in de bol. Het mini plantje zit in de kern van de bol. Daar omheen zitten de “rokken”. De lagen die de bol opbouwen waar het voedsel in zit.
Een knol heeft geen laagjes, maar is één geheel. Ook kun je een knol herkennenWe hebben het vaak over “Krokus bollen”, maar als we heel kritisch zijn is een Krokus eigenlijk geen bol. Een Krokus is technisch gezien een knol. De Krokus knol heeft geen laagjes, maar is één geheel. Daaruit groeien groeien de stengels. aan het feit dat de wortels uit alle kanten komen, terwijl een bol juist een duidelijke boven- en onderkant heeft.
Hoe zit de bol in elkaar?
Teken de ui met daarin:
  1. Rokken
  2. Stengel
  3. Wortels
  4. Bolbodem
  5.  Schil  (beschermd tegen kou en ziekmakers)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Ik vond deze les ....
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

This item has no instructions