blok 4 week 2 les 5

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

redden
t.t. ik............

redden
t.t. de meester..............

redden
t.t. ................jij?

redden
t.t. ............je broertje

vermoeden
t.t. ik................

vermoeden
t.t. de meester........

vermoeden
t.t...............jij?

vermoeden
t.t..............je broertje?

benijden
t.t. ik...........

benijden
t.t. de meester...........

benijden
t.t. ..........jij?

benijden
t.t. ..........je broertje?

blozen
v.d. hij........

faxen
v.d. hij........

kerven
v.d. hij........

ontbijten
v.d. hij........

uitstallen
v.d. hij........

gebiedende wijs aanpakken
.........de emmer ........!

gebiedende wijs opvegen
........het stof ........!

nieten
v.t. Ik............het papier.

branden
v.t. Het vuur ............

aankomen
v.d. Zijn jullie op tijd..........?

weggaan
v.d. De vrouw was al vroeg..............

rijden
b.n. De............route

omhelsen
b.n. Het ..............kind