This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Schulden: Wat zijn het en hoe ga je ermee om?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Wat weet jij nog over belastingen?
Slide 2 - Mind map
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat schulden zijn, wat de oorzaken ervan zijn en hoe je er effectief mee om kunt gaan.
Aan het einde van de les kun je benoemen waar je terecht kunt als je schulden hebt.
Aan het einde van de les kun je benoemen wat WSNP inhoudt.
Slide 3 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en vertel de studenten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over schulden?
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Slide 5 - Video
This item has no instructions
Hoe lang duurt de WSNP normaal gesproken?
A
3 jaar
B
1 jaar
C
10 jaar
D
5 jaar
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Wat is het doel van de WSNP?
A
Het verhogen van de belastingen
B
Het stimuleren van het gebruik van creditcards
C
Het verkrijgen van winst voor de overheid
D
Het bieden van een schuldregeling aan mensen met problematische schulden
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
00:00
Wat betekent WSNP?
A
Wet op de sociale voorzieningen
B
Wet op het voortgezet onderwijs
C
Wet op de kansspelen
D
Wet schuldsanering natuurlijke personen
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Wat zijn schulden?
Schulden zijn financiële verplichtingen die je hebt om geld terug te betalen dat je hebt geleend of dat je nog moet betalen aan een leverancier.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat schulden zijn en waarom mensen schulden hebben.
Soorten schulden
Er zijn verschillende soorten schulden, waaronder leningen, creditcardschulden, hypotheekschulden en achterstallige rekeningen.
Slide 10 - Slide
Beschrijf de verschillende soorten schulden en hoe ze zich tot elkaar verhouden.
Oorzaken van schulden
Schulden kunnen worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals werkloosheid, een laag inkomen, medische kosten en onverantwoordelijk financieel gedrag.
Slide 11 - Slide
Beschrijf de belangrijkste oorzaken van schulden.
Effecten van schulden
Schulden kunnen leiden tot stress, financiële instabiliteit en een slechte kredietscore.
Slide 12 - Slide
Beschrijf de effecten van schulden en waarom het belangrijk is om ze te vermijden.
Schuldhulpverlening
Schuldhulpverlening is een dienst die wordt aangeboden om mensen te helpen hun schulden te beheren en af te lossen.
https://uitdeschulden.nu/
Slide 13 - Slide
Beschrijf wat schuldhulpverlening is en hoe het kan helpen.
Budgetteren
Budgetteren is een vaardigheid die je helpt om je inkomsten en uitgaven bij te houden en ervoor te zorgen dat je voldoende geld hebt om aan je verplichtingen te voldoen.
Slide 14 - Slide
Leg uit wat budgetteren is en waarom het belangrijk is.
Sparen
Sparen is een belangrijke gewoonte die je helpt om financiële stabiliteit te bereiken en je voor te bereiden op onverwachte uitgaven.
Slide 15 - Slide
Beschrijf waarom sparen belangrijk is en hoe het kan helpen om schulden te vermijden.
Verantwoord lenen
Als je geld leent, is het belangrijk om verantwoordelijk te zijn en alleen te lenen wat je nodig hebt en kunt terugbetalen.
Slide 16 - Slide
Leg uit wat verantwoord lenen is en waarom het belangrijk is.
Aflossen van schulden
Het aflossen van schulden vereist discipline en een plan om je schulden af te betalen terwijl je je andere financiële verplichtingen nakomt.
Slide 17 - Slide
Leg uit hoe je schulden kunt aflossen en waarom het belangrijk is om een plan te hebben.
Hoe ga je effectief om met schulden?
Effectief omgaan met schulden betekent het hebben van een plan, discipline en het bereid zijn om te leren en je financiële gewoonten te verbeteren.
Slide 18 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en bespreek hoe je effectief kunt omgaan met schulden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.