2.2 STROMINGEN IN DE SAMENLEVING (DEEL 1)

Welkom bij Mens en Maatschappij
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Mens en Maatschappij

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • Nakijken 
  • Bespreking leerdoelen
  • Uitleg 
  • Opdrachten maken
  • Nabespreken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom had de Nederlandse koning vroeger teveel macht?
A
Hij zette het leger in tegen het volk
B
Hij kon teveel mensen aanwijzen in de politiek
C
Hij werkte samen met de rijke mensen
D
Het volk durfde niet tegen de koning te doen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wie waren voor de koning?
A
Conservatieven
B
Liberalen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 Nakijken Huiswerk
Nakijken 2.1

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2.2 Stromingen in de samenleving

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stromingen in de samenleving
Vandaag de dag is Nederland een democratie. Dat betekent dat de hele bevolking meebeslist over het land.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Heb jij weleens ergens voor gestemd?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stemhokjes

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Maken
opdracht 1

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe werd het kiesrecht uitgebreid?

  • 1815: Alleen rijke mannen mochten
      stemmen.
  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen,
      kiesrecht voor vrouwen.
  • 1919: Algemeen kiesrecht voor iedereen.

Parlementaire democratie: het parlement heeft de hoogste macht en wordt door het volk gekozen. 

Slide 17 - Slide

Afbeelding 1: Rellen op de Alexanderplatz in Berlijn, 1848. Kiesrecht voor rijke mannen.
Afbeelding 2: In 1848 had ongeveer 11% van de mannen kiesrecht. Later werd dit uitgebreid naar 50%, maar nog steeds mochten alleen de rijken stemmen. Deze poster roept mannen op hun handtekening te zetten onder een petitionnement, een verzoek aan de Tweede Kamer. Op de poster luidt een arbeider met opgestroopte mouwen de klok om zijn mening hoorbaar te maken. Op de achtergrond verdrijft de zon de wolken, als teken voor het goeds dat algemeen kiesrecht brengt.
Afbeelding 3: Bekendmaking algemeen kiesrecht in 1917. Hoe hoger de hoed, hoe rijker de man. Vrouwen pas twee jaar later.
Afbeelding 4: Vrouwen kregen in 1917 alleen passief kiesrecht. Dat betekende dat zij zich verkiesbaar mochten stellen, maar zelf niet konden stemmen. Net als de mannen, organiseerden vrouwen zich in verenigingen en hielden zij demonstraties. Deze vrouwen in Friese klederdracht trokken de aandacht voor vrouwenkiesrecht bij een demonstratie in Amsterdam. In 1919 werd de grondwet aangepast en kregen vrouwen ook actief kiesrecht.

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Parlement = Eerste en Tweede Kamer

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

          Maken
              t/m opdracht 2

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

 Samen lezen blz 54 & 55

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke strijd werd er over het onderwijs gevoerd?
  • 19e eeuw: Veel kinderen niet naar school.
  • De overheid wil dat kinderen wel naar
      school gaan → leerplichtweg (1901) en
      oprichting openbare scholen

  • Emancipatie: het krijgen van gelijke kansen
      en wegwerken van achterstanden.

  • Confessionelen wilden lesgeven in
      godsdienst en richtten eigen scholen op.

  • Politieke partijen werden opgericht met als
      doel financiering van bijzondere scholen.

  • 1917: Nieuwe onderwijswet.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

          Maken
              t/m opdracht 4

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij Mens en Maatschappij

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

2.2 Stromingen in de samenleving
deel 2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • Nakijken t/m opdracht 4
  • Bespreking leerdoelen
  • Uitleg 
  • Opdrachten maken
  • Nabespreken
  • Afsluiten

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Stromingen in de politiek

5 stromingen 
  • liberalen
  • conservatieven
  • confessionelen
  • socialisten
  • communisten

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Voor 1815 was er alleen kiesrecht voor:
A
Mannen
B
Vrouwen met een hoog inkomen
C
Mannen met een hoog inkomen
D
Vrouwen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
"In een democratie beslist de meerderheid"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
"In een land met een parlement heeft één persoon alle macht"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
"Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Strijd voor gelijkheid(1)

In de politiek kwamen socialisten op voor de belangen van arbeiders. Ze streefden naar meer gelijkheid. 

De socialisten wilden wetten uitbreiden en zorgen ervoor dat ouderen, zieken en weeskinderen een uitkering kregen. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Strijd voor gelijkheid(2)

Liberalen willen voor de burgers grote vrijheden zoals de burgerrechten. beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken.

Liberale politici zorgden voor de eerste sociale wetten. De overheid steunde hierdoor de mensen die niet voor zichzelf konden zorgen.


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Strijd voor gelijkheid(3)

Anderen wilden de samenleving radicaal veranderen. 

Dit waren de communisten. Zij dachten dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen. 


Slide 41 - Slide

This item has no instructions

          Maken
              t/m opdracht 7

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Positie van vrouwen
Wetten maakten verschil tussen mannen en vrouwen. Hierdoor hadden vrouwen minder rechten dan mannen. 

Ze mochten niet naar het hoger onderwijs, mochten niet stemmen en getrouwde vrouwen moesten om toestemming vragen aan hun man. 

1870: vrouwen verzetten zich tegen discriminatie. 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Positie van vrouwen

Feministen: mensen die het opnemen voor vrouwenrechten. 

Vrouwen mochten hierdoor naar het hoger onderwijs, kregen kiesrecht maar de ongelijkheid tussen man en vrouw bleef. 

Aletta Jacobs was de eerste vrouw die naar de universiteit ging.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

          Maken
              t/m opdracht 8

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Confessionelen
Liberalen
Conservatieven
Mensen die veel vanuit het geloof willen
Mensen die het graag bij het oude vertrouwde houden
Mensen die graag meer inspraak willen

Slide 49 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn socialisten?
A
Mensen met een bepaalde godsdienst
B
Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
C
Mensen die alles wilden houden zoals het was.

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Wie dachten er dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen.
A
socialisten
B
communisten
C
conservatieven
D
liberalen

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Feministen zijn ....
A
Mannen die opkomen voor hun rechten
B
Mensen die opkomen voor hun rechten
C
Mensen die opkomen voor rechten van mannen
D
Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Slide 53 - Slide

This item has no instructions