Les 50.2 - leerdoel 2

Leerdoel 2
foto-elektrisch effect
Lesplanning:
  1. Uitleg foto -elektrisch effect
  2. Starten met leerdoel 2 (20 min)
  3. Uitleg impuls 
  4. Aan de slag
    - opgave krachten
    - verder werken aan leerdoel 2 
  5. Afsluiting: bespreken opgave krachten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoel 2
foto-elektrisch effect
Lesplanning:
  1. Uitleg foto -elektrisch effect
  2. Starten met leerdoel 2 (20 min)
  3. Uitleg impuls 
  4. Aan de slag
    - opgave krachten
    - verder werken aan leerdoel 2 
  5. Afsluiting: bespreken opgave krachten

Slide 1 - Slide

Begrippen:
foton, uittree-energie, energiequantum
Leerdoel 2
foto-elektrisch effect
Je kan  het foto-elektrisch effect gebruiken om aan te tonen dat elektromagnetische straling gequantiseerd is.

Slide 2 - Slide

Begrippen:
foton, uittree-energie, energiequantum
Toetsstof CTW 2
H2      bewegingen
H3      materialen: alleen 3.1 deeltjesmodel en dichtheid
H4      kracht
H9      energie
H10    zonnestelsel - cirkelbewegingen
H13    zonnestelsel en heelal 
K1 - komt niet terug in de toets.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Demo elektroscoop en UV-lamp
Hoe kunnen we dit verklaren?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Foto-elektrisch effect
Licht kan elektronen uit metalen losmaken.

Slide 6 - Slide

DEMO; elektroscoop met UV-lamp beschijnen: https://maken.wikiwijs.nl/51931/3_Het_Foto_Elektrisch_Effect 
 Foto-elektrisch effect
wordt beïnvloed door de ...
  • lichtintensiteit
  • versnelspanning
  • golflengte

Slide 7 - Slide

Leerlingen voorspellingen laten doen


Verklaren:
  • Lichtintensiteit
    meer licht —> meer fotonen vrijgemaakt —> toenemende stroomsterkte
  • Versnelspanning
    Grotere versnelspanning —> aantrekkingskracht anode groter —> grotere snelheid elektronen —> grotere stroomsterkte
  • Golflengte
    Klassieke verwachting is dat het elektron energie opneemt tot het voldoende energie heeft om te ontsnappen.
    In werkelijkheid: grensfrequentie
  • Hoe kun je verklaren dat er bij rood licht geen elektronen vrijkomen, hoe hoog de intensiteit van de lamp ook is? Zie volgende dia.
    grotere frequente —> elk foton heeft meer energie —> snelheid elektronen groter —> grotere stroomsterkte
Conclusie
Licht gedraagt zich niet als een continue golf van energie, maar lijkt verdeelt in pakketjes (quanta). 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Uittree-energie
De hoeveelheid energie die een vrij elektron nodig heeft om uit het metaal los te komen. 
Bepaal de uittree-energie van het metaal in de applet.

Slide 9 - Slide

Binas tabel 24

https://phet.colorado.edu/nl/simulation/photoelectric 

Uittree-energie natrium bepalen m.b.v. Applet
  • Minimale golflengte bepalen 🡪 538 nm
  • E=h*f f=c/labda = 3*10^8/(538*10^-9)=5,5762*10^14
    E=6,626*10^-34*5,5762*10^14=3,6948*10^-19J =2,3 eV

Remspanning

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Werken aan leerdoel 2 - volgens de studiewijzer
De volgende les lever je de check van leerdoel 2 in.
timer
20:00

Slide 11 - Slide

4, 
Wet van behoud van impuls
Impuls is een grootheid die gerelateerd is aan de snelheid en de massa van een voorwerp.

Binnen de klassieke mechanica is impuls 
gedefinieerd als:


Wat is de eenheid van impuls?

p=mv

Slide 12 - Slide

Kg*m/s

Impuls, ook hoeveelheid beweging genoemd. 


https://www.quantumuniverse.nl/impuls-houvast-in-een-dynamische-wereld
Wet van behoud van impuls
Wat is het impuls van een foton?
want fotonen hebben geen massa...

p=λh

Slide 13 - Slide

  • Bij absorptie en emissie kunnen fotonen een kleine kracht uitoefenen
  • Eenheid afleiden


Radiometer van Crookes
Wordt dit effect veroorzaakt door de impulsverandering van het licht?
Nieuwsgierig geworden? In experiment 4 leer je meer over de radiometer van crookes

Slide 14 - Slide

Als de impuls van de lichtdeeltjes de wieken zou aandrijven, zou de reflecterende zijde van de lichtbron weg bewegen, maar het omgekeerde is het geval.
Oefenopgave foto-elektrisch effect
Een plaatje Calcium wordt beschenen met een bepaalde golflengte. In de grafiek is de stroomsterkte tegen de versnelspanning uitgezet. De uittree-energie van Calcium is 3,20 eV. 
 
  1. Bepaal hoeveel kinetische energie de vrijgekomen elektronen (maximaal) hadden.
  2. Bereken de fotonenergie.
  3. Bereken de golflengte van de stralingsbron.
  4. Neem aan dat elk foton dat de kathode bereikt een elektron vrijmaakt. Bereken hoeveel fotonen er in één minuut op de kathode vielen. 
Tip bij vraag 4
Bedenkt dat voor de stroom altijd geldt: I = Q / t. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een fietser met een massa van 60 kg rijd zonder te trappen met een constante snelheid van 8,0 km/h een helling af.
Teken de krachten die op de fietser werken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Oefenopgave krachten 
+
Werken aan leerdoel 2 - volgens de studiewijzer
De volgende les lever je de check van leerdoel 2 in.

Slide 17 - Slide

4, 
Een bundel UV-licht valt op de ongeladen metalen bal van een elektroscoop. Wordt de elektroscoop geladen?
A
Ja, het krijgt een positieve lading.
B
Ja, het krijgt een negatieve lading.
C
Nee, het blijft ongeladen.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een xenonbooglamp is bedekt met een interferentiefilter dat alleen licht met een golflengte van 400 nm doorlaat. Wanneer het doorgelaten licht een metalen oppervlak raakt, komt er een stroom elektronen uit het metaal.
Het interferentiefilter wordt vervolgens vervangen door 300 nm filter en de lamp wordt zo afgesteld dat de intensiteit van het licht dat op het metalen oppervlak valt hetzelfde is als voor het licht van 400 nm. Met het 300 nm licht ...
A
worden meer elektronen uitgezonden in een bepaalde tijd.
B
hebben de uitgezonden elektronen meer energie.
C
zowel A als B is waar.
D
zowel A als B is niet juist.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder 2 stellingen:
I. Het foto-elektrisch effect berust op golfverschijnselen
II. De uittree-energie is een stofeigenschap.
A
Beide stellingen zijn waar
B
Stelling I. is waar, stelling II. is niet waar
C
Stelling I. is niet waar, stelling II. is waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je zeggen over de foton energie van röntgenstraling.
A
die is kleiner dan van zichtbaar licht
B
die is kleiner dan van microgolven
C
die is groter dan van uv-straling
D
die is groter dan van gamma straling

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions