Als in de infinitief één -d- of één -t- staat (bevrijden, verlichten), schrijf je de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) met -dde(n) of -tte(n):
– De brandweerlieden bevrijdden (pvvt) de automobilist uit zijn auto.
– Tot voor kort verlichtte (pvvt) één schemerlamp mijn hele kamer.
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) schrijf je zo kort mogelijk, dus met -de of -te:
– De militairen brachten de bevrijde (bn) gijzelaars naar het hospitaal.
– Ik kan niet goed studeren in die slecht verlichte (bn) kamer.
Let op: bij infinitieven met -dd- of -tt- (bekladden, verrotten) heeft ook het bijvoeglijk naamwoord -dd- of -tt-: bekladde muren, verrotte aardappels.