16 EBG Aanwijzend voornaamwoord

Het Huis

Grammatica 
Aanwijzend Voornaamwoord
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Huis

Grammatica 
Aanwijzend Voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Aanwijzend voornaamwoord
wijst iets aan
deze, die, dit, dat


De-woorden: deze of die --> deze tafel, die tafel
Het-woorden: dit of dat --> dit boek, dat boek

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

aanwijzend voornaamwoord

                                    hier               daar


de- woord:            deze             die

het-woord:            dit                  dat


Slide 6 - Slide

dit huis
dat huis

die jongen
deze jongen

dit boek
dat boek

die boom
deze boom
цей будинок 
що будинок 

Той хлопчик 
цей хлопчик 

ця книга 
що книга 

що дерево 
це дерево

Slide 7 - Slide

dit huis
dat huis

die jongen
deze jongen

dit boek
dat boek

die boom
deze boom
ten dom 
ten dom 

ten chłopiec 
ten chłopiec 

ta książka 
ta książka 

to drzewo 
to drzewo

Slide 8 - Slide

dit huis
dat huis

die jongen
deze jongen

dit boek
dat boek

die boom
deze boom
this house 
that house 

that boy 
this boy 

this book 
that book 

that tree 
this tree

Slide 9 - Slide

dit huis
dat huis

die jongen
deze jongen

dit boek
dat boek

die boom
deze boom
هذا البيت
 هذا المنزل

 ذلك الصبي
 هذا الصبي

 هذا الكتاب
 هذا الكتاب

 تلك الشجرة
 هذه الشجرة

Slide 10 - Slide

Kijk naar de video

  • Klik op: "Bekijk deze video op Youtube".
  • Bekijk het filmpje tot 03:50 minuten.
  • Kijk goed, daarna komen de vragen.



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hoe heet de man?
A
Jan
B
Fred
C
Herman
D
Willem

Slide 13 - Quiz

Waar zet hij zijn fiets?
A
tegen de deur
B
tegen de muur
C
in de schuur
D
in de tuin

Slide 14 - Quiz

Op welk huisnummer woont hij?
A
70
B
107
C
67
D
102

Slide 15 - Quiz

Hoe heet zijn vrouw / vriendin?
A
Marjet
B
Corine
C
Jet
D
Julia

Slide 16 - Quiz

Waarom zit Jet op tafel?
A
ze is bang voor een muis
B
ze zit daar lekker
C
ze maakt de tafel schoon
D
ze leest de krant

Slide 17 - Quiz

Waarom stond de deur open?
A
het was warm
B
dan kan de muis zelf weg
C
dan kan er nog een muis komen
D
dat is fijn voor Fred

Slide 18 - Quiz

Wat is Jet vergeten?
A
om de muis te vangen
B
om de krant te lezen
C
om te koken
D
om te eten

Slide 19 - Quiz

Waar was de muis?
A
in de gang
B
in de badkamer
C
in de slaapkamer
D
in de keuken

Slide 20 - Quiz

Wat wil Fred gaan doen als Jet kookt?
A
naar de winkel
B
andere kleren aandoen
C
televisie kijken
D
gaan douchen

Slide 21 - Quiz

Opdracht

1. Maak opdracht 47, 48 en 49       

    (blz 64 en 65 van het paarse boek)


2. Maak thuis de 5 opdrachten bij Juf Melis

Slide 22 - Slide