MM3Du3 - Wörterliste Kapitel 3

MM3Du3
Dienstag, den 29.11.2022
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

MM3Du3
Dienstag, den 29.11.2022

Slide 1 - Slide

Overhoren leerwerk
- Wörterliste Kapitel 3 
- Geslachtsbepaling - lidwoorden: der, die oder das?

Slide 2 - Slide

1. Geslachtsbepaling: der, die oder das?
___ Dusche
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz

2.Geslachtsbepaling: der, die oder das?
___ Erwärmung
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quiz

3.Geslachtsbepaling: der, die oder das?
___ Herbst
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quiz

4.Geslachtsbepaling: der, die oder das?
___ Wetter
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quiz

5.Geslachtsbepaling: der, die oder das?
___ Müll
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

Overhoren leerwerk
- Wörterliste Kapitel 3 (Duits-Nederlands)
- Vertaal het woord dat tussen haakjes staat.

Slide 8 - Slide

6. Nimmst du immer eine eigene [Plastiktüte] mit?

Slide 9 - Open question

7. Schließt du immer [den Wasserhahn]?

Slide 10 - Open question

8. Um weniger [Abgase] zu verursachen, werde ich Fahrrad fahren.

Slide 11 - Open question

9. [Die Hauptstadt] von Deutschland ist Berlin.

Slide 12 - Open question

10. Ich bleibe zu Hause, [weil] ich krank bin.

Slide 13 - Open question

Overhoren leerwerk
- Wörterliste Kapitel 3 (Duits - Nederlands)
- Kies het goede antwoord.

Slide 14 - Slide

11. also
A
opdat
B
dus
C
want
D
kortom

Slide 15 - Quiz

12. schneien
A
beschermen
B
afval scheiden
C
miezeren
D
sneeuwen

Slide 16 - Quiz

13. der Nebel
A
de ijzel
B
de regen
C
de mist
D
de storm

Slide 17 - Quiz

14. denn
A
want
B
daarom
C
omdat
D
kortom

Slide 18 - Quiz

15. erstaunlich
A
voortdurend
B
stormachtig
C
verbazingwekkend
D
beschermend

Slide 19 - Quiz

Overhoren leerwerk
- Sterke werkwoorden met een a en een e in de stam.
- Kies de juiste vorm.

Slide 20 - Slide

16. Marieke [lesen] die Schülerzeitung.
A
lest
B
liest

Slide 21 - Quiz

17. Joachim [nehmen] keine Pommes.
A
nehmt
B
niehmt
C
nihmt
D
nimmt

Slide 22 - Quiz

18. [Helfen] du mir bei den Hausaufgaben?
A
helfst
B
hilfst
C
hilft

Slide 23 - Quiz

19. Der Zug (fahren) erst am sieben Uhr.
A
fahren
B
fahrt
C
fährt
D
fähren

Slide 24 - Quiz

20. Das Baby (schlafen) den ganzen Tag.
A
schlafst
B
schläfst
C
schlaft
D
schläft

Slide 25 - Quiz

Overhoren leerwerk
- Sterke werkwoorden met een a en een e in de stam.
- Schrijf de juiste vorm op - open vraag.

Slide 26 - Slide

21. Wir [vergessen] Damians Geburtstag nicht.

Slide 27 - Open question

22. Ich [lesen] nicht so gerne.

Slide 28 - Open question

23. [Geben] du mir das Brot?

Slide 29 - Open question

24. Mein Bruder [waschen] seine Kleider selbst.

Slide 30 - Open question

25. [Tragen] du diese Halskette gern?

Slide 31 - Open question

Tot zover de LessonUp :)

Slide 32 - Slide