B. Taschengeld

Wie viel Taschengeld bekommst du
pro Monat? Ich bekomme ..... Euro.
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wie viel Taschengeld bekommst du
pro Monat? Ich bekomme ..... Euro.

Slide 1 - Mind map

Wie gehst du mit deinem Taschengeld um? Was machst du damit? Ich ...

Slide 2 - Open question

5. Lesen
Lies Blog: Wie gehst du mit deinem Taschengeld um?


timer
1:00
Tipp - Informatieve teksten
Concentreer je op de informatie die je zoekt, laat je hierbij niet afleiden door onbelangrijke details.
Aufgabe 5:
1. Wer bekommt kein Taschengeld?
2. Wer hat einen Nebenjob?
3. Wer hat sein eigenen Konto bei der Bank?
4. Wer spart sein oder ihr Geld?
5. Wer gibt Geld für Kleidung aus?
6. Wer findet, dass er oder sie gut mit Geld umgehen kann?

Slide 3 - Slide

1. Wer bekommt
kein Taschengeld?
A
NikkiKoblenz
B
SebasVettel
C
Juliaaaaah
D
P.Tee

Slide 4 - Quiz

2. Wer hat einen Nebenjob?
A
NikkiKoblenz
B
P.Tee
C
Hufeisen2005
D
SebasVettel

Slide 5 - Quiz

3. Wer hat sein eigenes Konto
bei der Bank?
A
ViktorSchmidt03
B
P.Tee
C
Sofiechen
D
SebasVettel

Slide 6 - Quiz

4. Wer spart sein oder
ihr Geld NICHT ?
(één niet, de rest wel)
A
ViktorSchmidt03
B
P.Tee
C
Nikkikoblenz
D
SebasVettel

Slide 7 - Quiz

5. Wer gibt KEIN Geld für
Kleidung aus?
(één niet, de rest wel)
A
ViktorSchmidt03
B
P.Tee
C
Sofiechen
D
Hufeisen2005

Slide 8 - Quiz

6. Wer findet, dass er oder sie
gut mit Geld umgehen
kann?
A
ViktorSchmidt03
B
P.Tee
C
Sofiechen
D
Juliaaaaaah

Slide 9 - Quiz

Wie krijgt van zijn opa en opa zakgeld, omdat ouders niet veel geld hebben?
A
ViktorSchmidt03
B
NikkiKoblenz
C
Hufeisen2005
D
P.Tee

Slide 10 - Quiz

Wer kauft Schokolade wenn er / sie traurig (verdrietig) ist?
A
ViktorSchmidt03
B
P.Tee
C
Hufeisen2005
D
Juliaaaaaah

Slide 11 - Quiz

Wie heeft als bijbaantje:
Oppassen en bijles geven?
A
ViktorSchmidt03
B
NikkiKoblenz
C
Hufeisen2005
D
P.Tee

Slide 12 - Quiz

Wat betekent de zin:
"Meine Eltern haben keine Kohle."
A
Mijn ouders hebben geen kachel.
B
Mijn ouders hebben geen oven.
C
Mijn ouders hebben geen geld.
D
Mijn ouders hebben geen auto.

Slide 13 - Quiz

Wie heeft als bijbaantje:
Kranten / tijdschriften-wijk?
A
ViktorSchmidt03 SebasVettel
B
NikkiKoblenz P.Tee
C
Hufeisen2005 Juliaahhh
D
P.Tee SebasVettel

Slide 14 - Quiz

Wie spaart voor
een reis naar Italië?
A
ViktorSchmidt03
B
NikkiKoblenz
C
Hufeisen2005
D
P.Tee

Slide 15 - Quiz

6. Wörterliste A & B           S.146


Was gehört zusammen?
Verbinde die passenden
Satzteile miteinander.

Slide 16 - Slide

Hast du genug Geld in deinem Portemonnaie
Ich muss meinen Eltern mal sagen, dass ich
In den Ferien habe ich Zeitungen ausgetragen, 
Meine Eltern haben gesagt, dass ich in letzter Zeit 
Unser EC-Karten-Automat ist heute kaputt, 
Wenn diese Zeitschrift wirklich 18 Euro kostet,
Wir können mal schauen, ob es in den Geschäften
Wollen wir heute mal in die Stadt gehen und
das war mein Nebenjob.
Sie können leider nur bar bezahlen.
oder soll ich dir etwas leihen?
ist das nicht gerade billig.
mehr Taschengeld brauche.
zu viel Geld ausgebe.
einen Einkaufsbummel machen?
ein paar Schnäppchen gibt.

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Link

Leerdoel van deze les bereikt?
> Je kunt in een blog specifieke informatie vinden en begrijpen?
A
Ja, appeltje eitje.
B
Ik vind het nog lastig en wil nog een meer oefenen.
C
Ik snap er helemaal niks van.
D
Ik heb niet goed meegedaan in de les.

Slide 19 - Quiz

Mindmap Kapitel 9
Dit moet erin voor 0,5 bonus bij je toets:
* Wörterliste    A, B, D, F & G                                               (pag. 146 - 147)
* Plauderecke C   Ich und mein Taschengeld                     (pag. 148)
* Plauderecke H   Im Geschäft                                                   (pag. 148)
* Schreibecke E  Umfrage zum Thema Geld vedienen   (pag. 149)
* Schreibecke i    Eine Bewerbung schreiben                     (pag. 149)
(Grammatica C & E = schema mevr de Roo ... krijg je bij toets!)

Slide 20 - Slide

Wer gewinnt heute?

Slide 21 - Slide