2.4 Hoog en laag in de samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Het oude Egypte

Hoog en laag in de samenleving

In deze paragraaf leer je...

• Welke lagen er in de Egyptische samenleving waren.
  
• Hoe de sociale verschillen zichtbaar waren.
  
• Hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de
   samenleving.

Sociale verschillen

Sociale verschillen: verschillen in de positie en aanzien van mensen in de samenleving.

Vier verschillende sociale lagen: 

1. Farao en familie

2. Priesters, hoge ambtenaren en edelen

3. Ambachtslieden, handelaren, lage ambtenaren

4. Boeren, landarbeiders en slaven 

Groepen in de samenleving:

Edelen: aanzienlijke Egyptenaren die voorrechten hadden in de samenleving (adel).

Slaven: mannen en vrouwen die het bezit waren van iemand anders.

Verschillen

• Hoe iemand werd afgebeeld
• Soorten huizen
• Voedsel dat mensen aten
• Manier waarop mensen werden begraven

Verschillen

• Afbeeldingen
  
• Huizen
• Voedsel
• Manier waarop mensen werden begraven

Hogerop komen:

kinderen namen meestal het beroep van hun ouders over, toch kon je in de Egyptische samenleving hogerop komen.

Bijv. Door schrijver te worden, maar ook belangrijke ambachtslieden konden belangrijk worden door bijv. architect van een belangrijk gebouw te worden.

apps.noordhoff.nl

Voedsel van de
gewone Egyptenaren

• tarwe en gerst
• bonen, ui, knoflook, sla
• gezouten vis

Voedsel van de rijke Egyptenaren

• rundvlees
• varkensvlees

Door de landbouwstedelijke samenleving worden sociale verschillen tussen mensen groter.

1. Juist
2. Onjuist

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Niet iedereen hoeft meer boer te zijn

Sommige menssen gaan zich specialiseren: er ontstaan verschillende beroepen.

De irrigatielandbouw zorgde voor hoge opbrengsten

Boeren hielden een deel van hun oogst over.

Wie was de baas in Egypte

1. Koning
2. president
3. Farao
4. Paus

Noem vier sociale lagen in Egypte.

Wie stond er boven aan in de sociale lagen van Egypte?

1. De ambtenaren
2. De boeren
3. De handelaren
4. De Farao

Welke zin over slaven in Egypte is juist?

1. De piramiden in Egypte werden door slaven gebouwd.
2. Slaven hoorden bij de tweede sociale laag in de samenleving.
3. De meeste slaven kwamen uit het buitenland.
4. De slaven vormden de grootste groep in Egypte.

Hoe kan het dat in de Egyptische samenleving grote sociale verschillen waren?

1. Mensen hebben meer bezit dus grotere verschillen
2. Mensen hebben meer bezit dus grotere verschillen in macht
3. Mensen hebben weinig bezit dus weinig verschil tussen mensen
4. Mensen hebben meer bezit dus je kon sneller onderscheid maken tussen mensen

Waarom was het ontstaan van het schrift belangrijk voor het bestuur van Egypte?

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte van levensbelang?

1. De Nijl vormde een onmisbare handelsroute tussen Boven-Egypte en Beneden-Egypte en van daaruit naar het Middellandse Zeegebied.
2. De Nijl leverde de waterkracht die de Egyptische ambachtslieden nodig hadden voor het produceren van goederen in hun ateliers.
3. De jaarlijkse overstroming van de Nijl zorgde voor vruchtbare landbouwgrond langs de rivier en voor een bloeiende landbouw.

Welke personen in het oude Egypte konden schrijven?

1. Boeren
2. Ambtenaren
3. Slaven
4. Iedereen kon schrijven

Nu doen

Maak de eerste blz. van paragraaf 2.4

Ben je klaar dan mag je wat voor jezelf doen!
Maar geen telefoons.

Vragen? Kom bij het bureau of vraag je buurman.

Het oude Egypte

Video: de vruchtbare grond bij De Nijl

Terugblik

apps.noordhoff.nl

Hoog en laag in de samenleving

In deze paragraaf leerde je...

• Welke lagen er in de Egyptische samenleving waren.
  
• Hoe de sociale verschillen zichtbaar waren.
  
• Hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de
   samenleving.

de farao en zijn familie

priesters

hoge ambtenaren

edelen

ambachtslieden

handelaren

lage ambtenaren

boeren

landarbeiders

Slaven

Sociale verschillen

Sociale verschillen: verschillen in de positie en aanzien van mensen in de samenleving.

Vier verschillende lagen: 

1. Farao en familie

2. Priesters, hoge ambtenaren en edelen

3. Ambachtslieden, handelaren, lage ambtenaren

4. Boeren, landarbeiders en slaven 

Nu doen

Maak van paragraaf 2.4 opdr. 3, 5, 6 en 7.

Ben je klaar dan mag je wat voor jezelf doen!
Maar geen telefoons.

Vragen? Kom bij het bureau of vraag je buurman.

Nakijken na 20 minuten

Nu doen

Maak blz. 55 herhaling.
Paragraaf: 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4

Vragen? Kom bij het bureau of vraag je buurman.
Eerder klaar: ander vak of klasgenoot helpen.

Nakijken na 25 minuten