Scheikunde I Les 1 - element, atoom, molecuul, verbinding

Scheikunde I - Les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Scheikunde I - Les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Weekplanning en leerdoelen doornemen
  • Korte uitleg H1 - Wat is chemie?
  • Aan de slag
  • Korte uitleg H2 - Atomen, elementen, moleculen en verbindingen
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Wk 1: Element, atoom, molecuul en verbinding
Wk 2: Fasen en fase overgangen
Wk 3: Stofeigenschappen & zuivere stoffen + mengsels
Wk 4: Verschillende soorten mengsels
Wk 5: Scheidingsmethodes
Wk 6: Chemische reacties
Wk 7: Uitloop en herhaling
Wk 8: Toets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Weekplanning en leerdoelen doornemen
  • Korte uitleg H1 - Wat is chemie?
  • Aan de slag
  • Korte uitleg H2 - Atomen, elementen, moleculen en verbindingen
  • Aan de slag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 - H1
Chemie, waar denk je
aan?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Waarom zou chemie zo belangrijk zijn voor de levensmiddelenindustrie?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Lesplanning
  • Weekplanning en leerdoelen doornemen
  • Korte uitleg H1 - Wat is chemie?
  • Aan de slag
  • Korte uitleg H2 - Atomen, elementen, moleculen en verbindingen
  • Aan de slag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chemie is heel breed
Maak opdracht 2 t/m 4 Hfst 1
timer
10:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een scheikundige probeert de eigenschappen van stoffen, zoals kleur en geleidingsvermogen, te verklaren. Dat doet hij aan de hand van de bouwstenen van de stof. Stoffen ontwerpen met bepaalde eigenschappen
Een natuurkundige onderzoekt en verbetert concepten, theorieën en technieken die draaien om materie, straling en energie. Dat doet hij zowel op het grootst mogelijke als op het kleinst meetbare niveau.

Bv. licht, geluid, beweging en kracht.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Zijn er nog vragen over de gemaakte opdrachten?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Weekplanning en leerdoelen doornemen
  • Korte uitleg H1 - Wat is chemie?
  • Aan de slag
  • Korte uitleg H2 - Atomen, elementen, moleculen en verbindingen
  • Aan de slag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Atoom, element, molecuul, verbinding

Slide 13 - Slide

Atoom: kleinste deeltje van een element, een deeltje dat chemisch niet gesplitst kan worden. Elk atoomsoort heeft een eigen symbool, zie binas tabel 38.
Elementen: zuivere stoffen die chemisch niet ontleed kunnen worden. Er zijn 92 elementen in de natuur.
Ion:
Verbinding: Wanneer verschillende atomen tot een molecuul zich verenigen ontstaat er een nieuwe stof met nieuwe eigenschappen --> een verbinding. Bijvoorbeeld de verbinding water bestaat uit 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom.
We kunnen een molecuul met een symbool aanduiden in een formule. Dat noemen we een molecuulformule: dat is het symbool dat het aantal en de soort atomen in een molecuul weergeeft. Bijv. H2O
Moleculen: bestaan uit twee of meer atomen die met elkaar verbonden zijn. Het aantal atomen bepaald of een molecuul groot of klein is. Bijvoorbeeld O2, bestaat uit twee zuurstofatomen.  

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Atoom, element, molecuul en verbinding

Atoom = Kleinste deeltje dat kan worden onderscheiden, 1 deeltje
Element = 1 soort deeltjes
Molecuul = 2 of meer deeltjes aan elkaar
Verbinding = 2 of meerdere soorten deeltjes aan elkaar

Slide 15 - Slide

Atoom: kleinste deeltje van een element, een deeltje dat chemisch niet gesplitst kan worden. Elk atoomsoort heeft een eigen symbool, zie binas tabel 38.

Elementen: zuivere stoffen die chemisch niet ontleed kunnen worden. Er zijn 92 elementen in de natuur.

Ion:

Verbinding: Wanneer verschillende atomen tot een molecuul zich verenigen ontstaat er een nieuwe stof met nieuwe eigenschappen --> een verbinding. Bijvoorbeeld de verbinding water bestaat uit 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom.
We kunnen een molecuul met een symbool aanduiden in een formule. Dat noemen we een molecuulformule: dat is het symbool dat het aantal en de soort atomen in een molecuul weergeeft. Bijv. H2O

Moleculen: bestaan uit twee of meer atomen die met elkaar verbonden zijn. Het aantal atomen bepaald of een molecuul groot of klein is. Bijvoorbeeld O2, bestaat uit twee zuurstofatomen.  
Oefenen
Geef aan of de weergegeven stoffen ionen, atomen, elementen, moleculen of verbindingen zijn door kruisjes te zetten in de juiste vakjes
Atoom
Element
Molecuul
Verbinding
NaCl
K
H2
C

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
Geef aan of de weergegeven stoffen ionen, atomen, elementen, moleculen of verbindingen zijn door kruisjes te zetten in de juiste vakjes
Atoom
Element
Molecuul
Verbinding
NaCl
x
x
K
x
x
H2
x
x
C
x
x

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Weekplanning en leerdoelen doornemen
  • Korte uitleg H1 - Wat is chemie?
  • Aan de slag
  • Korte uitleg H2 - Atomen, elementen, moleculen en verbindingen
  • Aan de slag

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

Optioneel kunnen studenten dit zelfstandig bekijken.
Aan de slag!
Maak de opdrachten uit H2 (2+3)

Vragen, stel ze gerust!

Niet af?
Huiswerk voor volgende week

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions