3.2 les 1




H3 het interbellum 1919-1939




3.2 Duitsland van democratie naar dictatuur
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson




H3 het interbellum 1919-1939




3.2 Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Voorkennis 
Inleiding
Vragen maken
Afronden

Slide 2 - Slide

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 3 - Quiz

Tegenstanders van Stalin of de Sovjet-Unie worden naar werkkampen gestuurd of worden vermoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat hoort niet bij het Stalinisme
A
persoonsverheerlijking
B
indoctrinatie
C
terreur
D
vrije verkiezingen

Slide 5 - Quiz

Wat is géén kenmerk van het fascisme?
A
Sterke leider
B
Democratisch
C
Nationalisme
D
Geweld is goed

Slide 6 - Quiz

Totalitair
A
Het individu is totaal ondergeschikt aan de staat
B
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiders Partij
C
Levensruimte
D
De theorie dat er onderscheid is tussen rassen

Slide 7 - Quiz

Bepalingen uit de Vrede van Versailles
Opgesteld door de geallieeerden, Duitsland mocht niet meepraten







Veel Duitsers vonden de straffen veel te streng en onrechvaardig. 
  • Duitsland was de schuldige
  • Herstelbetalingen: 132 miljard goudmark 
  • Grondgebied inleveren (Elzas-Lotharingen, Ruhrgebied)
  • Klein leger, geen luchtmacht en oorlogsvloot 
  • Demilitarisatie grensgebied Frankrijk

    Oostenrijk-Hongarije wordt opgedeeld (apart verdrag)

Slide 8 - Slide

Volkenbond
1919-1946
  • Bedacht door de Amerikaanse President Wilson
  • Doel: conflicten op lossen door te praten
  • Duitsland mag niet mee doen
  • Amerika doet zelf niet mee

Slide 9 - Slide

2

Slide 10 - Video

01:24
Deze afbeeldingen
gaan over:
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 11 - Quiz

02:00

Welk probleem tijdens de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Dolkstootlegende
D
Vrede van Versailles

Slide 12 - Quiz

Kort samengevat
Hitlers mislukte staatsgreep
- Hitler geloofde in de dolkstootlegende.
Hij was lid en al snel leider van de DAP later NSDAP.
- Toen de hyperinflatie ontstond doordat Frankrijk het Ruhrgebied innam  ging het echt heel slecht met Duitsland              Hilter pleegde een staatsgreep, die mislukt. 
- Hij moet 5 jaar de cel in waar hij Mein Kampf schreef. 


Slide 13 - Slide

het Dawesplan


  • Door het Dawesplan ging het weer beter met Duitsland

  • Door meer welvaart weer vertrouwen in de politiek tot 1929





klik om in te zoemen zodat je de teksten kan lezen.

Slide 14 - Slide

Kort samengevat
Republiek van Weimar
Na de vlucht van de keizer naar Nederland werd Duitsland een Republiek..
De Republiek van Weimar had veel problemen. Het volk was niet tevreden met de regering.

  1. Het volk was boos op de regering omdat ze het Verdrag van Versailles hadden ondertekend. 
  2. Het volk had te horen gekregen dat Duitsland de oorlog gewonnen kon hebben. (Dit was niet waar)
  3. Het ging erg slecht met de economie. Duitsland kon het geld voor de herstelbetalingen niet meer opbrengen.

Slide 15 - Slide

Welk begrip past bij de bevolking die zich verraden voelden door de regering na WO 1?
klik om in te zoemen
A
rugsteeklegende
B
dolkstootlegende
C
messteeklegende
D
ijspriemlegende

Slide 16 - Quiz


Bij welk begrip past deze foto goed?
klik om in te zoemen
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 17 - Quiz

2

Slide 18 - Video

01:50
In welk jaar was de beurskrach?
A
1920
B
1928
C
1929
D
1933

Slide 19 - Quiz

03:34
De beurskrach (1929) is een oorzaak van de populariteit van Hitler.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach.
Beurskrach en crisis
  • Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard.
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid.
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis.

Slide 21 - Slide

Kort samengevat 
Door beurskrach burgers ontevreden:
  • miljoenen Duitsers werkloos
  • roep om een sterke leider neemt toe >Hitler en Italië 
  • Fascisme:
    - tegen democratie 
    - nationalistisch
    - gebruik geweld is goed om doelen te bereiken
    - veel propaganda, o.a. persoonverheerlijking


Klik voor uitleg: Sterke leiders

Slide 22 - Slide

Maken
Je leest "De vrede van Versailles", "De wankele democratie van Weimar" en "Gevolgen van de economische wereldcrisis" 
Blz. 83 en 84

Je maakt opgaven
1 t/m 5 op blz. 88
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Wat was de Volkenbond?
A
Naam van de democratische Duitse republiek van 1919-1933
B
Organisatie waarin landen samenwerkten om door overleg conflicten op te lossen
C
Naam van de democratische Duitse republiek van 1914-1919
D
Organisatie die volken met elkaar verbond.

Slide 24 - Quiz

Wat is de republiek van Weimar?
A
Het regime van Hitlers NSDAP
B
De democratische parlementaire Duitse regering na WOI
C
Het bestuur van Nederland tijdens het interbellum
D
Franse parlementaire verandering na WOI

Slide 25 - Quiz

Wat is het Dawesplan?
A
Lening van Groot-Brittannië aan Duitsland om de herstelbetalingen te kunnen betalen.
B
Lening van Duitsland aan Oostenrijk-Hongarije ten compensatie van het leed van WO I.
C
Schuld van Frankrijk aan de Verenigde Staten voor de Eerste Wereldoorlog.
D
Lening van Verenigde Staten aan Duitsland om de herstelbetalingen te kunnen betalen.

Slide 26 - Quiz

Wat is de dolkstootlegende?
A
Complottheorie dat de Duitsers de oorlog niet hadden verloren als ze door hadden gevochten
B
Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen
C
Complottheorie dat de Duitse ministers de vrede sloten zonder overleg met de legerleiding
D
Complottheorie dat de Duitse legerleiding de vrede had getekend zonder overleg met de Duitse Keizer

Slide 27 - Quiz