Quiz juridisch

1 / 15
next
Slide 1: Slide
wetMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een delinquent?
A
Een dader van een delict
B
Straattaal voor crimineel
C
Iemand die zich niet aan normen houdt
D
Een erg stoute jongen

Slide 2 - Quiz

Iemand vervolgen en een straf eisen doet
A
een rechter
B
een advocaat
C
een officier van justitie
D
een griffier

Slide 3 - Quiz

Het parlement is een onderdeel van de
A
uitvoerende macht
B
rechtsprekende macht
C
wetgevende
D
alle drie de machten

Slide 4 - Quiz

Naar welke rechter ga je toe voor een arbeidszaak?
A
Strafrechter
B
Bestuursrechter
C
Kantonrechter
D
De Hoge Raad

Slide 5 - Quiz

Wat is een moeilijk woord voor iemand die gevangen zit?
A
delinquent
B
gedetineerde
C
gepensioneerde
D
recidivist

Slide 6 - Quiz

Onder welk rechtsgebied valt een vergunning aanvragen van de gemeente?
A
Bestuursrecht
B
Strafrecht
C
Familierecht
D
Vermogensrecht

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de afkorting O.M.
A
Openbaar misdrijf
B
Openbaar Ministerie
C
Ongevaarlijke misdadiger
D
overbodige minister

Slide 8 - Quiz

Wat valt onder burgerlijk/civiel recht?
A
een einde maken aan een huwelijk
B
een verblijfsvergunning aanvragen
C
een roofoverval plegen
D
geen van de antwoorden

Slide 9 - Quiz

De doodstraf is in Nederland afgeschaft in...
A
1770
B
1870
C
1970
D
heeft nooit bestaan in Nederland

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden dat een rechter een toga (lange zwarte jurk) draagt?
A
De toga straalt gezag uit.
B
De toga is traditie
C
De toga geeft aan dat de rechter onpartijdig is
D
De rechter onderscheidt zich met toga van de advocaat

Slide 11 - Quiz

Mag iedereen een rechtszaak bijwonen?
A
Ja, rechtszaken zijn in principe openbaar, er zijn uitzonderingen
B
Nee, rechtszaken vinden achter gesloten deuren plaats.
C
Nee, alleen familie mag rechtszaken bijwonen.
D
Nee, alleen meerderjarigen mogen rechtszaken bijwonen.

Slide 12 - Quiz

Rechters zijn onafhankelijk. Wat betekent dit?
A
Ze hebben geen baas
B
Ze kunnen niet worden ontslagen
C
Ze hoeven zich niet aan de wet te houden
D
Niemand kan ze tot een beslissing dwingen

Slide 13 - Quiz

Gelden voor kinderen dezelfde straffen als voor volwassenen?
A
Ja, er is geen verschil tussen kinderen en volwassenen in het recht
B
Nee, kinderen krijgen nooit straf
C
Nee, kinderen krijgen nooit een geldboete
D
Nee, er is speciaal jeugdstrafrecht voor kinderen tussen de 12 en 18 jaar

Slide 14 - Quiz

Wat betekent ontoerekeningsvatbaar?
A
Een verdachte is niet vatbaar voor de straf die wordt geëist
B
Een verdachte kan de rekening van zijn advocaat niet meer betalen
C
Een verdachte wordt zijn daad niet aangerekend omdat hij psychisch niet in orde is
D
een verdachte is onvoorspelbaar

Slide 15 - Quiz