koude oorlog samenvatting

De Koude Oorlog
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De Koude Oorlog

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Na de Tweede Wereldoorlog
  • Europa verdeeld in twee invloedssferen
  • West-Europa: kapitalistisch / democratisch
  • Oost-Europa: communistisch
  • Duitsland en Berlijn verdeeld in vier zones: 
  • Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Sovjetunie

Slide 3 - Slide

Marshallplan
  • West-Europa was arm.
  • Angst in V.S. voor opkomend communisme
  • Hulp aan West-Europa met leningen en schenkingen

Slide 4 - Slide

west
Amerika/
Verenigde Staten (VS)


- Engeland
- Frankrijk
- Nederland
West-Duitsland
"het westen"
oost
Rusland/
Sovjet-Unie (USSR)
- Polen
-Hongarije
-Bulgarije
- Oekraïne
Oost-Duitsland
"het Oostblok"

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

communisme
= de staat is eigenaar van grond, fabrieken en banken

één partij
de communistische partij is de baas

gelijkheid
kapitalisme
= burgers zijn eugenaar van grond, fabrieken en banken

democratie
burgers kiezen hun regering
meer partijen

vrijheid

Slide 7 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen
1948: Berlijnse luchtbrug
1953: Hongaarse Opstand
1961: Bouw van de Berlijnse Muur
1962: Cubacrisis
1985: Michail Gorbatsjov aan de macht
(glasnost en perestrojka)
1989: Val van de Berlijnse Muur / Einde communisme en Koude Oorlog

Slide 8 - Slide

Dit is de kaart van Europa ....
A
Voor de Koude Oorlog
B
Tijdens de Koude Oorlog
C
Na de Koude Oorlog

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt

Slide 10 - Quiz

Wanneer begon de Koude Oorlog
A
1845
B
1755
C
1944
D
1947

Slide 11 - Quiz

Tijdens de koude oorlog waren de Verenigde Staten en de Soviet-Unie in oorlog met elkaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Welke leider was niet betrokken bij de koude oorlog?
A
Stalin
B
Churchill
C
Lenin
D
Roosevelt

Slide 13 - Quiz


Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Sovjet-Unie
D
Vietnam

Slide 14 - Quiz

Democratie past bij
A
communisme
B
Kapitalisme

Slide 15 - Quiz


Wanneer werd de Berlijnse Muur gebouwd?
A
1961
B
1979
C
1989
D
1995

Slide 16 - Quiz


Wanneer eindigde de Koude Oorlog?
A
1961
B
1979
C
1989
D
1995

Slide 17 - Quiz


Wie was de leider van de Sovjetunie aan het einde van de Koude Oorlog?
A
Ivanisevic
B
Gorbatsjov
C
Stalin
D
Molotov

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten:
Oriëntatie van hoofdstuk 6 (blz. 163-165)
Maken paragraaf 6.1 (blz. 166-169)

Slide 19 - Slide