Week 3

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Op school - week 3

les 1

Voor ik het vergeet:

De toets van de pre-unit is op vrijdag 27 september.

Summative writing

Bestudeer:

- Het boekje (opdrachten + woordenlijst)

Vandaag:

- Wat weet je nog van vorige week?

- nieuwe woorden

- oefeningen maken + bespreken

Doelen:

- Je leert Nederlandse woorden van dingen die je op school ziet.

Wat weet je nog van vorige week? Deel 1

Dictee: Schrijf de woorden op die de docent voorleest.

Bij de bespreking worden de woorden gespeld met het Nederlandse alfabet!

Lees als docent de volgende woorden voor, leerlingen schrijven ze op een wisbordje op (overleg in groepjes).

Bij bespreken: laat leerlingen woord spellen met NLse alfabet

Dak

Dip

Boos

Diep

Poets

Daar

Neus

Mus

Bos

Huis

Pauw

Mouw

Muur

Bel

Deel

Wat weet je nog van vorige week? Deel 2

Schrijf een dialoog op pagina 18. Eisen (requirements):

• Greetings
• Ask how they are doing
• Ask a question about them as a person (age, hobby ect.)
• Say goodbye

Klaar?

Maak de opdrachten af op pagina: 

Oefeningen maken + bespreken

In tweetallen, 5  minuten

Maak de oefening op bladzijde 26

Daarna bespreken we de oefeningen in de klas.

Opdracht pagina 24

Bespreek met je buurman welke objecten je ziet in de fotos. 

• Schrijf deze objecten bij de afbeelding!

Na 5 minuten bespreken wij klassikaal welke objecten we daar zien.

Welk object bedoelt de docent?

De docent wijst verschillende objecten aan. 

In groepjes, schrijf zo snel mogelijk het Nederlandse woord op!

Gebruik ook: De / het

Het eerste groepje krijgt 1 punt!

welkom op school - week 3

les 2

To study for the Summative:

• Alfabet (pagina 4)
• Klanken (pagina 5, 6 & 7)
• Groeten, afscheid en "Hoe gaat het?" (aantekeningen)
• Persoonlijke informatie (pagina 12-16)
• Vocabulaire in de klas (pagina 21, 22, 26 & 27)
• Woordenschat (pagina 39, 40 & 41) 

vandaag:

- Welke woorden ken je nog van de vorige les?

- nog eens oefenen met woorden

- zinnen in de klas - oefening + bespreken

- extra oefenen met zinnen

doelen:

Je weet welke woorden je nog kent van de vorige les.

Je leert zinnen die je in de klas kunt gebruiken.

Welke woorden ken je nog van de vorige les?

Welke woorden zie je? Laat een plaatje zien. Geef leerlingen 5 seconden nadenktijd.  Leerlingen die het juiste woord weten, gaan staan. Geef één leerling de beurt.

Let op: lidwoord moet ook juist zijn!

Spel

Bekijk de woorden op pagina 21 & 26 nog eens goed. 

Kijk ook naar 'de' en 'het'.

Daarna: kijk naar de letter op het bord.

Schrijf zo snel mogelijk een "school- woord" op met die letter. Gebruik ook 'de' of 'het'.

Klaar? Ga staan.

Goed + goed kunnen spellen = 1 punt

Gebruik deze: https://wordwall.net/resource/42874/english/alphabet-wheel

Alternatief spel: Ik zie ik zie wat jij niet ziet.

eerst in groepjes - in het Nederlands (gebruik woorden: groot/klein en

 kleuren), daarna in de klas

Ook mogelijk: woordzoeker op blz. 23

zinnen in de klas - oefening + bespreken

- Kijk mee op bladzijde 27. We lezen de Nederlandse zinnen samen. 

- Maak de oefening (je mag samenwerken). Je krijgt 5 minuten.

- Daarna bespreken we de oefening.

Extra oefenen met zinnen

Blooket!

https://dashboard.blooket.com/set/66c5e216be619b2225618c3b

Deel deze link met leerlingen. Leerlingen oefenen zo zelfstandig met zinnen.

welkom op school - week 3

les 3

Vandaag

• Vertaalchallenge
• Woordenschat
• Vraagwoorden

Vertaalchallenge

In duo's: Vertaal alinea (paragraph) 1 op pagina 28.

Klaar?

Laat de vertaling zien (show) aan de docent.

Vertaal nu alinea 2...

Wie is als eerste klaar?

Opdracht

Vertaal eerst alle woorden op pagina 39.

Schrijf daarna een antwoord op de vragen onderaan pagina 39.

Opdracht

Bestudeer pagina 32 en 33.

Maak pagina 34, 35, 36 & 37.

Done?

Study the sentences on page 27.

Extra tijd?

Blooket!

https://dashboard.blooket.com/set/66c5e216be619b2225618c3b

Deel deze link met leerlingen. Leerlingen oefenen zo zelfstandig met zinnen.

To study for the Summative:

• Alfabet (pagina 4)
• Klanken (pagina 5, 6 & 7)
• Groeten, afscheid en "Hoe gaat het?" (aantekeningen)
• Persoonlijke informatie (pagina 12-16)
• Vocabulaire in de klas (pagina 21, 22, 26 & 27)
• Woordenschat (pagina 39, 40 & 41)