Prehistorie, Grieken en Romeinen les 1

1 / 51
next
Slide 1: Video
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wij gaan vandaag inzoomen op de eerste drie vlakken van de tijdbalk --> Jagers en boeren, oude Grieken en Romeinen.
Tijdvak 1 : De tijd van jagers en boeren.
Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen.
Klik op mij!

Slide 2 - Slide

Prehistorie

Slide 3 - Mind map

Het lesdoel:
  • Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe de prehistorie aan zijn naam komt en uitleggen wanneer de prehistorie eindigde.
  • Aan het eind van de les kun je uitleggen waarom jagers -verzamelaars van plek naar plek trokken. 
  • Aan het eind van de les kun je de oorzaak-gevolg relatie tussen de verandering van jagers naar --> boeren uitleggen. 

Slide 4 - Slide

Laten we beginnen bij het begin...

Slide 5 - Slide

Het lesdoel:
Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe de prehistorie aan zijn naam komt en uitleggen wanneer de prehistorie eindigde. 

Slide 6 - Slide

Waarom noemen we de prehistorie eigenlijk 'prehistorie'?

Slide 7 - Open question

Uitleg 
Het woordje 'pre' betekent: voor. Prehistorie is dus letterlijk vertaald: 'voor de geschiedenis'. De prehistorie was de tijd voor Grieken en Romeinen. Er waren toen nog geen boeken of teksten en we weten dus ook niet precies hoe de mensen toen leefden. De prehistorie eindigt dan ook op het moment waarop mensen begonnen met 'schrijven'. Daar start de 'historie'.

Slide 8 - Slide

Waar of niet waar...
De prehistorie eindigt overal
op een ander moment.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De prehistorie kun  je verdelen in drie tijdperken. Hieronder staan de tijdperken van oud naar 'jong'. 
  1. De steentijd
  2. De bronstijd
  3. De ijzertijd 


  • In de steentijd leefden de mensen als jagers.
  • In de bronstijd werden er materialen gemaakt van brons --> smelten en combineren van koper en tin: brons.
  • De ijzertijd begon +- 700 v.Chr. 
Naam van de tijdperken
De tijdperken hebben hun naam te danken aan het materiaal waarvan de wapens in die tijd waren gemaakt. 

Slide 10 - Slide

Hoe weten we ongeveer  hoe mensen in deze tijd hebben geleefd?
Door bronnen weten we hoe de mensen toen leefden. Met bronnen bedoelen we bijvoorbeeld: 
  • grottekeningen
  • potten en pannen

Kun jij nog een andere bron bedenken? 
Voorbeelden van andere bronnen zijn: 
speerpunten, hunebedden, wapens en bekers. 
Klik hier voor andere voorbeelden.

Slide 11 - Slide

Hunebed
Een hunebed is ook een voorbeeld van een bron. Een hunebed is gemaakt door mensen en het bestaat uit enorm grote stenen. De stenen zijn in Nederland terechtgekomen tijdens de ijstijd. Door het schuivende landijs werden de keien deze kant op geduwd. Het ijs duwde de stenen als een bulldozer vooruit. Mensen gebruikten deze stenen om er een hunebed (= een graf) mee te maken. Wat een karwei!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Map

Slide 14 - Map

Hunebedden
Wil jij meer informatie over de bouw van hunebedden? Bekijk dan de volgende dia en het bijbehorende filmpje.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Deze stenen zijn in de IJstijd in/op gletsjers naar dit gebied gekomen
Er werden meerdere leden van een familie in begraven. Hoe groter het monument hoe meer aanzien!
De hunebedden komen vooral in Noord-Nederland (Drenthe) voor. Maar er zijn ook 'stenengraven' in Limburg (Stein) gevonden.
Hunebedden zijn gebouwd vanaf 3.400 v.C. Zulke grote stenen? Dat kan niet door mensen zijn gebouwd! Vroeger dacht men dan ook dat hunebedden door reuzen (hunen) waren gemaakt. Daar komt de naam hunebed vandaan.
De landbouwers in de prehistorie gaven hun doden grafgiften mee voor in het hiernamaals. Ze geloofden dus in leven na de dood!
Hunebedden zijn massagraven. De doden kregen grafgiften mee, zoals sieraden, bijlen, speerpunten en aardwerken potten met eten en drinken.
Klik op de oogjes voor meer informatie!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Deze mensen konden dus al heel wat zelf maken! Maar... hoe zit het dan met kunst?

Bestond er al kunst in de prehistorie, denk je?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Waarom werden deze grottekeningen gemaakt?
Waarom deze grottekeningen nu precies zijn gemaakt, weet niemand. Wel zijn er een aantal vermoedens. 
  1. Het eerste vermoeden is dat deze tekeningen werden gemaakt uit angst voor de dieren. De mensen zouden door het maken van deze tekeningen de baas worden over hun angsten. Dit wordt gedacht omdat er nauwelijks tekeningen zijn gemaakt van mensen, maar wel heel veel tekeningen van dieren.
  2. Een ander vermoeden is juist dat de mensen helemaal niet bang waren voor de dieren, maar ze tekenden deze op de muren in de hoop dat er meer dieren zouden komen. Hoe meer dieren, hoe meer voedsel!
  3. Een laatste vermoeden is dat prehistorische 'priesters' deze op de muren hebben getekend tijdens het 'bidden'. Ze hebben deze tekeningen dus als een soort visioen neergezet. 
Extra
Wil je nóg meer informatie? Kijk dan maar eens op archeologieonline.nl 

Slide 20 - Slide

De kunst in de prehistorie bestaat uit grottekeningen. De bekendste grottekeningen uit de prehistorie zijn ontdekt in de grotten van Lascaux. 

Slide 21 - Slide

Hier liggen de grotten van Lascaux (spreek je uit als Laskoo). Deze grotten bevinden zich in Montignac. Dat is een plaatsje in Frankrijk.
Zo zien de grotten van Lascaux er vanbinnen uit.
De originele grot (waar de de echte grottekeningen zich bevinden) is gesloten. Dit hebben ze gedaan omdat de tekeningen werden aangetast door de belichting en atmosfeer door het grote aantal bezoekers. Er is een replica (= kopie) gemaakt van de grot zodat we het toch nog kunnen bekijken. 
Hier zie je een aantal schilderingen uit de grot van Lascaux. De schilderingen beelden voornamelijk dieren af. Welke dieren herken jij?

Slide 22 - Slide

Hmm... nu weten we wel dát er mensen leefden in de prehistorie, maar hoe noemen we die mensen eigenlijk?
--> Hoe noemen we mensen die in de prehistorie leefden?

Slide 23 - Open question

Jagers / Verzamelaars
Hmm... nu weten we wel dat er mensen leefden in deze tijd,  maar hoe noemen we die mensen eigenlijk?

Slide 24 - Slide

Het lesdoel:
Aan het eind van de les kun je uitleggen waarom jagers -verzamelaars van plek naar plek trokken. 

Slide 25 - Slide

Wat doen jagers/verzamelaars allemaal?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Wat deden jagers/verzamelaars als het eten in de buurt op was?
A
Dan gingen ze zelf eten verbouwen.
B
Dan gingen ze op zoek naar een andere plek.

Slide 28 - Quiz

Het lesdoel:
Aan het eind van de les kun je de oorzaak-gevolg relatie tussen de verandering van jagers naar --> boeren uitleggen. 

Slide 29 - Slide

Van jagers naar boeren
Jagers en verzamelaars leefden in kleine groepen bij elkaar. Zo'n groep noem je een stam. Jagers moesten op zoek naar hun eigen voedsel. Ze leefden van de natuur. Jagers vingen de dieren om te eten, maakten kleding en tenten van het vel van de dieren en ze maakten wapens van de botten. Alles werd gebruikt! Als het eten in de buurt op was, ging een stam op zoek naar een andere plek. Ze leefden op nomadische wijze
Nomadisch =  rondtrekkend, zwervend, zonder vaste plek. Nomaden zijn groepen mensen die geen vaste verblijfplaats hebben. Ze trekken dus van de ene plek naar de andere plek. 

Slide 30 - Slide

Dat moet toch anders kunnen!
Steeds dat gedoe om van plek naar plek te trekken... Daar zou toch ook een andere oplossing voor moeten zijn! De jagers kwamen er achter dat ze ook zelf voedsel konden laten groeien. Ook konden ze dieren tam maken zodat ze niet meer hoefden te jagen. Zo konden ze op dezelfde plek blijven wonen. 

Slide 31 - Slide

Meer informatie...
Na de laatste ijstijd werd Nederland langzaam warmer. Er kwamen bomen en veel meer diersoorten hier. De jagers pasten zich aan en bouwden bijvoorbeeld bootjes om vissen te vangen. Ook gingen ze als boeren akkers aanleggen. De eerste boeren woonden in Limburg. Daar gingen de mensen in ons land voor het eerst op een vaste plek wonen. Ze bouwden boerderijen bij elkaar in dorpjes. Ze zorgden voor hun eigen voedsel en legden er voorraden van aan voor de winter. Zo hoefden ze niet meer rond te trekken, zoals de jagers voor hen. Ook in andere gebieden gingen zulke boerenvolken leven. De bekendste zijn de hunebedbouwers. 

Slide 32 - Slide



Slide 33 - Slide

Voor- en nadelen van het boerenleven
Nu de jagers op dezelfde plek konden blijven, gingen ze 'huizen' bouwen. Er kwam een vaste verblijfplaats voor de stam. Zo groeide de bebouwde plek langzaam uit tot een klein dorp. De huizen werden op heuvels gebouwd zodat ze niet zouden overstromen. De boeren leefden samen met hun vee in één ruimte. 

Slide 34 - Slide

Wat zouden nadelen kunnen zijn van het boerenleven?

Slide 35 - Open question

Ontwikkeling
 De dorpen breidden zich uit en de mensheid groeide. De mens groeide niet alleen in aantallen, maar ook in 'slimheid'. Zo werd het land van de boeren in het begin losgemaakt met stokken/botten en later met een ploeg. Ook de uitvinding van het wiel was erg belangrijk! Hierdoor konden er karren gebruikt worden.

Slide 36 - Slide

Prehistorie

Slide 37 - Mind map

Verwerkingsopdracht:
Maak samen met je maatje een tijdlijn van dit tijdvak. Zet de gebeurtenissen/ontwikkelingen op de juiste volgorde neer. Gebruik Internet indien nodig. Probeer oorzaak-gevolg goed uit elkaar te houden. Verdeel de taken: zorg dat iedereen een taak heeft!

Slide 38 - Slide

Welke onderwerpen zijn belangrijk en moeten in de tijdlijn staan, denk je?

Slide 39 - Open question

(nóg) Meer informatie?
Kijk dan maar op de volgende pagina's voor de links naar nieuwe websites, filmpjes en andere beeldvormers. 

Volgende les... 
Grieken en Romeinen!

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Tijd voor een korte quiz!

Slide 45 - Slide

Wat is géén voorbeeld van een prehistorische bron?
A
Grottekeningen
B
Potten
C
Verhalen
D
Wapens

Slide 46 - Quiz

Mensen die geen vaste woonplaats hebben en van plek naar plek gaan, noemen we... ?
A
Hunebedbouwers
B
Jagers - Verzamelaars
C
Nomaden

Slide 47 - Quiz

Wat is een hunebed?
A
Gewoon een stapel stenen
B
Een grafmonument
C
Een kunstwerk
D
Een graf voor reuzen

Slide 48 - Quiz

Tips/tops voor deze les

Slide 49 - Mind map



Je bent nu aan het einde gekomen van deze les.  Als je de tips/tops hebt ingevuld, mag je de les afsluiten.

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide