2.3 In beweging (afronden)

2.3 In beweging (afronden)
blz. 49 tekstboek
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 In beweging (afronden)
blz. 49 tekstboek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Kunnen benoemen op welke 4 manieren botten aan elkaar kunnen zitten, inclusief waar in het skelet het voor komt.

  • De onderdelen (inclusief de taken) van een gewricht kunnen benoemen,  en aan kunnen geven in een tekening.

  • Kunnen benoemen welke 3 soorten gewrichten er zijn en waar in het skelet ze voor komen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke botten kunnen bewegen?
  • Je botten zitten op 4 manieren aan elkaar vast.

1. Gewricht
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeiing
4. Naadverbinding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gewricht

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De 3 gewrichten
  • Er zijn 3 soorten gewrichten.

  • Met elk soort gewricht kun je een andere beweging maken.

1. Kogelgewricht
2. Scharniergewricht
3. Rolgewricht

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kniegewricht is extra verstevigd

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen hoe spieren je botten laten bewegen.
  • Kunnen benoemen wat antagonisten zijn.
  • Kunnen uitleggen hoe een spier werkt.
  • Kunnen uitleggen hoe je spierkracht, lenigheid en coördinatievermogen kunt trainen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe laten spieren je botten bewegen?
  • Een spier zit met pezen vast aan een bot.

  • Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe laten spieren je botten bewegen?
  • Een spier zit met pezen vast aan een bot.

  • Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.

  • Als een spier ontspant, wordt hij langer en dunner.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe laten spieren je botten bewegen?

  • Spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging (zoals buigen en strekken) heten antagonisten.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt een spier?

Slide 11 - Slide

Om de spier zit een spierschede (dun vlies), om elke spierbundel zit een vlies.

De spierbundel bestaat uit spiervezels.

Als je spieren bewegen, wordt de spier langer of korter

Slide 12 - Slide

Als je spieren bewegen, wordt de spier langer of korter
Blz. 53 'Wat gebeurt er als je traint' kan je zelf lezen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat
Kader: Maak de opdr. 11 t/m 23 (blz. 73 en 74)
Basis: Maak opdr. 11 t/m 15 (blz. 104 en 105)
Hoe
vijf minuten zelfstandig stil (ZS)
*Geen vinger opsteken
*Aan het werk
*Stil en stoor niemand
*Blijf op je plek
Laatste vijf minuten zachtjes fluisteren (ZF)
Tijd
Tot de bel
Hulp
Boek en aantekeningen
Opbrengst
Snap je de stof beter
Klaar
Samenvatten, huiswerk voor andere vakken, boek lezen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions