Aufgabe: In de onderstaande zinnen zit een fout. Overleg met je buurman/buurvrouw waarom dit fout is en verbeter de foute bezittelijk voornaamwoorden of onbepaald lidwoord in je schrift.
1. Mein Pommes sind kalt!
2. Unsere Nachtisch ist sehr lecker, du sollst ihn auch probieren!
3. Wird deine Gemüse noch serviert?