Herhaling H2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Herhaling H2

Mens en Aarde

Wat verwacht ik van jullie? 

- Hoop dat het een succesvolle les word waar we alle stof kunnen herhalen 

- Als ik iets anders zie dan de quiz op je telefoon neem ik de telefoon in en kan je het om 16:00 komen ophalen 

 

P1 De Romeinse Samenleving

Over welk tijdvak gaat P1?

1. Tijd van jagers en en verzamelaars
2. Tijd van Grieken en Romeinen
3. Tijd van monniken en ridders
4. Tijd van steden en staten

Hoe heet de periode waarin de Romeinen leven?

1. Prehistorie
2. Oudheid
3. Middeleeuwen
4. Moderne tijd

Vanuit welke stad ontstond het Romeinse Rijk?

"De baas van het Romeinse Rijk"

1. Legerleider
2. Ambtenaar
3. Keizer
4. Romein

Hoe zorgde de keizer ervoor dat alle volken zich gehoorzaamden in het Romeinse Rijk?

1. Iedereen straffen
2. Wetten maken
3. Alle volken hun gang laten gaan
4. Niks

"Degene die belasting ophaalden voor de keizer"

1. Soldaten
2. Keizer zelf
3. Boeren
4. Ambtenaren

"Alles wat met het besturen van een rijk,
land of provincie te maken heeft"

1. Politiek
2. Rijk
3. Romanisering
4. Staat

Tot waar liep de grens van het Romeinse Rijk?

De Romeinen werkten met de Bataven samen. Hoe noem je deze samenwerking?

1. Staat
2. Politiek
3. Bondgenootschap
4. Verdrag

Noem één voorbeeld van wat er in het verdrag stond tussen de Romeinen en de Bataven

Mensen die leven van producten uit de stad en het platteland noem je een ....

1. Landbouwsamenleving
2. Samenleving van jagers en verzamelaars
3. Stedelijke samenleving
4. Landbouwstedelijke samenleving

Wat is romanisering?

1. Weigeren van de Romeinse cultuur
2. Overnemen van de Romeinse cultuur
3. Ontstaan van de Romeinse cultuur
4. Verspreiden van de Romeinse cultuur

Noem twee voorbeelden van wat mensen overnamen vanuit de Romeinse cultuur

Uit welk land haalden de Romeinen hun inspiratie voor hun cultuur?

Welke onderwerpen van de paragraaf vind je nog lastig en wil je nog uitleg over?

Romeinse veroveringen

Bondgenootschappen

Romanisering

Grieks-Romeinse cultuur

P2 Van één god naar meerdere goden

De Romeinen geloofden in meerdere goden en alle goden hadden dezelfde eigenschappen

1. Waar
2. Niet waar

Godsdienst	1/meerdere	Plek van geloof	Heilige boek
Romeinse godsdienst
Jodendom
Christendom

Thora

Kerk

Meerdere

Tempel

Bijbel

één god

Geen

één god

Synagoge

Waarom werden de joden en christene opgepakt en vervolgd door de Romeinen in de beginperiode?

"Jezus was geboren als jood"

1. Waar
2. Niet waar

De joden en christenen vluchtte het Romeinse Rijk in en verspreidde het geloof

1. Waar
2. Niet waar

"De kerk" heeft twee betekenissen.
Welke twee zijn dat?

Wie is dit?

1. Keizer
2. Monnik
3. Bisschop
4. Paus

Wie zijn dit?

1. Monniken
2. Dominees
3. Pastoors
4. Bisschoppen

"Verplaatsing van een volk"

1. Verhuizingen
2. Nomaden
3. Volksverhuizingen
4. Reizen

Welke onderwerpen van de paragraaf vind je nog lastig en wil je nog uitleg over?

Romeinse godsdienst

Ontstaan jodendom en christendom

Overgang naar staatsgodsdienst

Katholieke kerk

P3 De aarde beeft

Uit welke 3 onderdelen bestaat de aarde?

1. Aardpunt, aardmantel, aardkorst
2. Aardkern, kernmantel, aardschil
3. Aardkern, aardmantel, aardschil
4. Aardkern, aardmantel, aardkorst

Welke aardlaag hoort bij de volgende omschrijving? 

"Schil van harde steen rond de aarde die uit platen bestaat en waarop land en zee liggen"

"Laag van gesmolten steen onder de aardkorst"

"Binnenste van de aarde"

De aardkorstplaten drijven op de aardmantel en bewegen hierdoor constant

1. Waar
2. Niet waar

"Bergen ontstaan doordat platen langs elkaar schuiven"

1. Waar
2. Niet waar

Op welke plekken is de grootste kans op een aardbeving?

1. Midden op de plaat
2. Langs de grens van de platen
3. Op een kruising van platen
4. Maakt niet uit

"Manier om de kracht van
aardbevingen aan te geven"

"Als er weinig schade is na een aardbeving, is de schaal van Richter hoog"

1. Waar
2. Niet waar

Welke onderwerpen van de paragraaf vind je nog lastig en wil je nog uitleg over?

Opbouw van de aarde

Aardkorstplaten

Aardbevingen

Schaal van Richter

P4 Vulkanen

Een vulkaan ontstaat doordat er een scheur in de aardkorst ontstaat waar het magma uit kan

1. Waar
2. Niet waar

Waar komen de meeste vulkanen voor?

1. Op de grenzen van de aardplaten
2. Midden op de platen
3. Op de kruising van platen
4. Maakt niet uit

Magmahaard

Lava

Kraterpijp

Krater

Noem één voorbeeld van de gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Welke 3 soorten vulkanen zijn er?

Welk paragraaf vind je het lastigst?

P1 Romeinse samenleving

P2 Godsdiensten

P3 Aardbevingen

P4 Vulkanen