Klas 2 - Jodendom

Levensbeschouwing 
Jodendom
1 / 17
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Levensbeschouwing 
Jodendom

Slide 1 - Slide

Jodendom?

Slide 2 - Mind map

Onderdeel A - Markeren in een tekst (pdf)
Lees de tekst (H1 paragraaf 1) in je boek en markeer deze
- In je pdf bovenaan in het midden op 'highlight' klikken
- In de tekst klikken waar je wil beginnen met markeren en dan slepen tot waar je wil stoppen
- Foutje? Rechtsboven driekwart ronde pijl naar links ('undo') of ctrl + z
- Opslaan! Rechtsboven (3e - 'save') of ctrl + s

Slide 3 - Slide

Onderdeel B - Maken van opdrachten (schrift)
Maak de volgende opdrachten in je schrift:
1. Denkvraag: geef 2 redenen waarom het jodendom een wereldreligie is
2. Leesvraag: leg uit wanneer je 'officieel' joods bent.
3. Leesvraag: leg uit waarom we moeilijk kunnen spreken over hét jodendom
4. Denkvraag: geef 2 redenen waarom de meerderheid van de joden niet in Israël woont.
5. Leesvraag: leg de volgende begrippen duidelijk uit > religieuze joden / niet-religieuze joden / diaspora / davidster / Mokum

Slide 4 - Slide

Het jodendom is een wereldreligie omdat:
A
1. veel invloed op andere religies 2. veel aanhangers
B
1. veel invloed op andere religies 2. verspreid over wereld
C
1. veel aanhangers 2. verspreid over wereld
D
1. veel aanhangers 2. veel invloed op landen

Slide 5 - Quiz

Wanneer ben je 'officieel' joods?
A
Je ouders moeten allebei joods zijn of je moet je bekeren
B
Je vader moet joods zijn of je moet je bekeren
C
Je moeder moet joods zijn of je moet je bekeren
D
Je moet je bekeren tot het jodendom

Slide 6 - Quiz

Wanneer je je wil bekeren tot het jodendom zul je na een lange studie een ritueel bad (Mikwe) moeten nemen. Mannen moeten zich bovendien ook nog laten besnijden (Briet Mila).

Slide 7 - Slide

Waarom kunnen we moeilijk spreken over hét jodendom?

Slide 8 - Open question

Je kunt dus op 2 manieren joods zijn:
1. Omdat je tot het joodse volk behoort (via je moeder)

en/of

2. Omdat je tot de religieuze joden behoort (via je geloof)

Slide 9 - Slide

Waarom wonen de meeste joden niet in (de joodse staat) Israël?

Slide 10 - Open question

Wat nu de joodse staat Israël is (1948), was vroeger onderdeel van het Romeinse Rijk waar de joden uit verjaagd werden (zie diaspora)
Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog: joden vluchtten naar Amerika omdat ze daar niet werden vervolgd en vernietigd (zie holocaust en sjoa)

Slide 11 - Slide

Wat is de diaspora?
A
De verspreiding of verstrooiing van het joodse volk over Europa
B
De vlucht van het joodse volk naar Amerika in WO2
C
De joden die uit Spanje en Portugal zijn gevlucht
D
De verspreiding of verstrooiing van het joodse volk over de wereld

Slide 12 - Quiz

Het belangrijkste symbool van het jodendom is:
A
Swastika
B
Hakenkruis
C
Davidster
D
Jodenster

Slide 13 - Quiz

De davidster, vernoemd naar de belangrijkste koning in het jodendom: Koning David > positief dus
De jodenster, gebruikt in de Tweede Wereldoorlog om de joden mee aan te duiden > negatief dus

Slide 14 - Slide

Wat is Mokum?
A
Letterlijk 'stad'; wordt meestal Amsterdam mee bedoeld
B
Letterlijk 'Amsterdam' in de joodse taal, daar wonen de meeste joden
C
Letterijk 'verhuizing', meestal naar Amsterdam
D
Letterlijk 'vluchten', meestal naar Amsterdam

Slide 15 - Quiz

A - Lees H1 P2 + markeer de belangrijkste tekst
B - Maak de volgende opdrachten in je schrift:
1. Leesvraag+Denkvraag: leg uit wat de volgende begrippen en namen met elkaar te maken hebben: diaspora / zionisme / antisemitisme / Theodor Herzl / Alfred Dreyfus
2. Leesvraag: noteer bij de volgende jaartallen de gebeurtenissen rondom het ontstaan van een eigen joodse staat: 1904-1914 / 1947 / 1948 / 1967 / 2010
(bekijk de afbeeldingen in het boek ook goed!)
3. Leesvraag: leg uit waarom de joden de Jom Hasjoa kennen.
4. Leesvraag: religieuze en niet-religieuze joden kijken anders aan tegen het bestuur van de staat Israël. Leg dit verschil duidelijk uit.

Slide 16 - Slide

A - Lees H1 P3 + markeer de belangrijkste tekst
B - Maak de volgende opdrachten in je schrift:
1. Leesvraag: leg uit hoe religieuze joden de toekomst van de wereld en de toekomst van hun geloof zien?
2. Leesvraag: leg uit wat de belangrijkste verschillen tussen de christenen en de joden zijn in hoe zij naar de toekomst kijken?
3. Leesvraag: leg uit dat de menora en de chanoekia veel op elkaar lijken, maar zijn niet hetzelfde zijn: waar komt dit verschil precies vandaan?

Slide 17 - Slide