23/24-40-1H- Inleiding en slot

23/24 Nederlands
Klas 1 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

23/24 Nederlands
Klas 1 

Slide 1 - Slide

Inhoud van dit college
Doel: aan het eind van dit college weet je wat deelonderwerpen zijn en hoe je deze kunt herkennen in een tekst. 

Opdrachten in Klik deze week: opdracht 1 t/m 6
Toets leesvaardigheid: donderdag 9 november 2023


Slide 2 - Slide

Deelonderwerpen
Een tekst is vaak verdeeld in een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot.

In het middenstuk – het grootste tekstdeel – staat de meeste informatie over het onderwerp. 

In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. 

Dit zijn de deelonderwerpen.

Slide 3 - Slide

Deelonderwerpen
Soms wordt een deelonderwerp in één alinea uitgewerkt, soms in meerdere alinea’s. In dat laatste geval staat er weleens een tussenkopje boven het tekstgedeelte. 
Let op: een tussenkopje geeft niet altijd het deelonderwerp aan: het is ook vaak bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.

Zo vind je een deelonderwerp 
Ga na welke alinea’s over hetzelfde aspect van het onderwerp gaan. Lees daarvoor de tekst globaal.

Slide 4 - Slide

Deelonderwerpen
Hoe kun je het deelonderwerp vinden?

Het onderwerp van een tekst kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele tekst over gaat. 

Het deelonderwerp (van een alinea) kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele alinea over gaat. Het antwoord is dan het deelonderwerp. Dit noteer je altijd in één of een paar woorden, dus niet in een zin.

Slide 5 - Slide

Inleiding
De inleiding, het eerste deel van een tekst, bestaat uit één of enkele alinea’s. Een inleiding heeft twee functies:

  • de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst; vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een bijzondere vorm daarvan: een anekdote, een meestal grappig (waargebeurd) verhaaltje;

  • duidelijk maken wat het onderwerp van de tekst is; er worden bijvoorbeeld één of meer vragen gesteld, die verderop in de tekst beantwoord worden.

Slide 6 - Slide

Middenstuk
Het middenstuk behandelt de diverse aspecten van het onderwerp. 

Dit noemen we de deelonderwerpen

Denk aan:
Gevolgen / voordelen / oplossingen

Wanneer er meerdere alinea's over één deelonderwerp gaan, krijgen deze vaak een tussenkopje (een deeltitel)


Slide 7 - Slide

Slot
Het laatste deel van een tekst is het slot. Ook dit kan uit één of meer alinea’s bestaan.
In een slot vind je meestal een conclusie (de hoofdgedachte), vaak herkenbaar aan signaalwoorden als dus en daarom of een korte samenvatting, vaak herkenbaar aan signaalwoorden als kortom en al met al.
Daarnaast vind je soms:

  • een aanbeveling (een advies);
  • een aansluiting bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is
  • een toekomstverwachting

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leesstrategieën
Strategie
Doel
Aanpak
1. Oriënterend
Vaststellen waarover een tekst gaat (onderwerp).
Je bekijkt de tekst. Je kijkt naar: 
- de titel; 
- de illustraties (plaatjes);
- tussenkopjes (titels van tekstgedeeltes);
- anders gedrukte woorden;
Je leest de eerste alinea.
2. Globaal
Vaststellen welke kanten van het onderwerp worden besproken (deelonderwerp).
Je leest de eerste en laatste zin van iedere alinea. 
3. Precies
Een tekst helemaal goed begrijpen.
Je leest de tekst nauwkeurig van begin tot eind. 
4. Zoekend
Bruikbare informatie in een tekst vinden. 
Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens (bolletjes, nummers en sterretjes). 

Slide 10 - Slide

Evaluatie van dit college
Doel: aan het eind van dit college weet je wat deelonderwerpen zijn en hoe je deze kunt herkennen in een tekst. 

Weet jij wat deelonderwerpen zijn en ze kunt herkennen? 


Slide 11 - Slide

Les 1 - Wat weet je al? 
Lesdoel: aan het eind van de les weet je of de theorie van leesvaardigheid tot nu toe goed beheerst. 

- vragen beantwoorden 
- oefen met de theorie

Slide 12 - Slide

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 13 - Quiz

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 14 - Quiz

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 15 - Quiz

Weet je nog?
Met welke vraag vind je het onderwerp
in een tekst?

Slide 16 - Mind map

Weet je nog?
Wat bekijk en lees je als je een tekst oriënterend leest?

Slide 17 - Mind map

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 18 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 19 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 20 - Quiz

Een hoofdgedachte is
A
het onderwerp
B
de titel
C
het belangrijkste in 1 zin

Slide 21 - Quiz

Hoe lees je een tekst globaal?
A
Je leest de hele tekst
B
Je leest alleen de titel
C
Je leest de eerste en laatste zinnen van alinea's
D
Je bekijkt alleen de plaatjes

Slide 22 - Quiz

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 23 - Quiz

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 24 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 25 - Quiz

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 26 - Quiz

Wat wist je al?

Slide 27 - Open question

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 28 - Open question

Les 1 - Evaluatie
Lesdoel: aan het eind van de les weet je of de theorie van tekstdoel en tekstsoort goed beheerst. 

- weet jij voor jezelf of je de theorie beheerst? 

Slide 29 - Slide