19.11.2020 Jahr 1

1 / 45
next
Slide 1: Slide
duitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

5 minuten

Opstart: herinneren aan toetsen
LessonUp laten openen en deel laten nemen aan de les (dus niet zelfstandig aan de les)
Leerdoelen
Aan het eind van deze les ...

... kan je jezelf voorstellen.
... kan je iets vertellen over hoe je woont.

Slide 2 - Slide

1 minuut

Slide 3 - Slide

Stukje herhaling van vorige les.

2 minuten
Seid ihr bereit?

Slide 4 - Slide

10 minuten voor de 15 vragen
Ich (reden) __________.
A
red
B
rede
C
redee
D
redede

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ihr (reden) __________.
A
redt
B
redet
C
reden
D
redetet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Warum (antworten) __________ Sie nicht?
A
antworten
B
antwortene
C
antworte
D
antwortet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Er (übernachten) __________ bei uns.
A
übernacht
B
übernachten
C
übernachtet
D
übernachte

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ich (warten) __________ auf dich und du (warten) __________ auf mich.
A
warte/wartest
B
warte/wartst
C
wart/wartst
D
wart/wartest

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wann (haben) __________ du Geburtstag?
A
haben
B
habe
C
hast
D
hats

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wie alt (sein) __________ sie?
A
ist
B
bin
C
sein
D
sei

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ich __________ siebzehn Jahre alt.
A
habe
B
bin

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

(Haben) __________ ihr viel Zeit?
A
haben
B
habe
C
habet
D
habt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wie alt (sein) __________ Sie?
A
sein
B
sind
C
seind
D
sin

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Geef bij volgende woorden telkens de juiste vertaling.


Denk aan lidwoorden en hoofdletters!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

de postcode

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

de kamer

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

de bladzijde

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

de leeftijd

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

waar ... vandaan

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Sich vorstellen (2.24)
Deutsch A1
Je moet jezelf voor kunnen stellen in het Duits.
Vandaag doen we de basis:
Name, Alter, Land und Wohnort.
Opdracht
Kies per onderdeel (Name, Alter, Land, Wohnort) één steekwoord dat je gebruikt om jezelf voor te stellen.

Slide 21 - Slide

2.24 wordt klassikaal behandeld
4 woordwebben

10 minuten (zeker niet meer)

Dit is wat de studenten eigenlijk al beheersen, dus snel doornemen, voorbeeld laten noemen en dan door.

Kan eventueel ook gewoon op het whiteboard geschreven worden, maar door iedereen via LessonUp een woord toe te laten voegen zet je iedereen voor zichzelf aan het denken.
Stichwort Name

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Stichwort Alter

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Stichwort Land

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Stichwort Wohnort

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Aufgabe 2.23
Tweetallen
Kies: wie is a en wie is b?
Vertaal de zinnen bij "jouw persoon" (a of b)
Spreek samen het gesprek uit.
timer
10:00

Slide 26 - Slide

10 minuten

Laat iedereen wel een mondkapje dragen, omdat ze met spreken in de buurt zijn en naar elkaar toe praten.
Zelfstandig
Maak opdracht 2.25, 2.26 en 2.27
timer
30:00

Slide 27 - Slide

Geef +/- 30 minuten tijd, dus van ongeveer 12.55 tot 13.25

Als er iets meer tijd nodig is past dat in de planning, maar dan is er wat minder tijd voor het bespreken van de opdrachten.

Zorg dat in ieder geval 2.25 en 2.26 door iedereen gemaakt zijn.

2.25 = 10 minuten
2.26 = 15 minuten
2.27 = 20 minuten
Bespreken 2.25 en 2.26

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ik woon in __________. Dat is een dorp/Stad.
Antwort
Ich wohne in __________. Das ist ein Dorf / eine Stadt.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De woning is een boerderij / een rijtjeshuis / een vrijstaand huis / 2 onder 1 kap / een appartement in een flat / ...
Antwort
Die Wohnung ist ein Bauernhof / ein Reihenhaus / ein Einzelhaus (oder: frei stehendes Haus) / ein Doppelhaus / ein Appartement (in einem Hochhaus).

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Die Wohnräume

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Draußen befinden sich ...

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

In meinem Zimmer befindet sich ...

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bespreken 2.26

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Gehaald? -->
Aan het eind van deze les ...

... kan je jezelf voorstellen.
... kan je iets vertellen over hoe je woont.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgabe 26.11.2020
(nächste Woche)


  • Leer de woordjes van de woordenlijst op pagina 2.32.
  • Maak opdracht 2.27.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden huiswerk afgelopen week.

Op de volgende slides vind je de antwoorden bij volgende opdrachten:
2.13, 2.14, 2.15, 2.20, 2.21 en 2.22

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions