9.2 De economische wereldcrisis

Huiswerk vandaag 
Lezen 9.1 De Eerste Wereldoorlog, handboek bladzijdes 116 t/m 118
Maken van paragraaf 9.1 vraag 3, 5, 6, 7, 8 en 9, opdrachtenboek bladzijdes 100 en 101 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Huiswerk vandaag 
Lezen 9.1 De Eerste Wereldoorlog, handboek bladzijdes 116 t/m 118
Maken van paragraaf 9.1 vraag 3, 5, 6, 7, 8 en 9, opdrachtenboek bladzijdes 100 en 101 

Slide 1 - Slide

9.2 De economische wereldcrisis
Handboek bladzijdes 119 en 120 

Slide 2 - Slide

KA
De crisis van het wereldkapitalisme 

Slide 3 - Slide

The roaring twenties

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Begin jaren '20 groeit de economie in de VS. Steeds meer mensen vinden werk in de fabrieken en daardoor groeien de steden.
De VS wordt een industrieel-urbane samenleving. 

Wie geen geld had, kon het lenen. Daarmee kon je allerlei moderne producten kopen, stofzuiger, radio of auto's. Het kon niet op!
 De VS wordt een consumptiemaatschappij. Ook aan vermaak / entertainment besteedde men steeds meer geld.
Live now, pay later!

Slide 8 - Slide

Dan stapelen de problemen zich op:
- De huizenpijzen dalen
- De landbouwopbrengsten zijn groter dan verkocht kan worden
- Boeren verdienen te weinig om hun schulden te betalen
- Hun bedrijven worden door de banken in beslag genomen
- Ook de industrie produceert meer dan er verkocht kan worden.

Gevolg bedrijven gaan verlies draaien en mensen willen van hun aandelen af.
De voortekenen van crisis

Slide 9 - Slide

De Beurskrach
  • Op 24 oktober 1929 (Black Thursday - Zwarte Donderdag) sloeg paniek toe op Wall Street.
  • Beleggers verkochten massaal hun aandelen. 
  • De koers stortte in en van de waarde van aandelen bleef weinig over. 
  • Doordat aandelen minder waard waren, werden lening niet terugbetaald. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De Beurskrach
  • Wereldwijd een recessie tot gevolg. 
  • Banken, industriële bedrijven en boeren gingen massaal failliet 

Slide 12 - Slide

De Beurskrach
Dat deze bedrijven failliet gingen had als gevolg dat: 
  • Spaargeld verloren ging. 
  • Productie kromp. 
  • Werkloosheid steeg. 
  • In 1932 zat 1/4 tot 1/3 van Amerika bevolking thuis zonder werk. 

Slide 13 - Slide

De Beurskrach
  • Sociale zekerheid tegen werkloosheid was er niet. 
  • Daardoor hadden veel werklozen geen geld voor eten. 
  • Huizenbezitters konden hun hypotheek niet meer betalen. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Crisisbestrijding
  • In kapitalisme wisselen periodes van groei en neergang elkaar af. 
  • Regering hadden de verwachting dat de crisis vanzelf over zou gaan. 
  • De crisis werd alleen erger. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De Beurskrach
  • Wereldwijd een recessie tot gevolg. 
  • Banken, industriële bedrijven en boeren gingen massaal failliet 

Slide 20 - Slide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 21 - Slide

Crisis in Duitsland
  • De crisis sloeg over naar Europa
  • Door het verdrag van Versailles werd Duitsland het meest geraakt
  • Duitsland had geld geleend van Amerika om de economie weer op te bouwen
  • Hitler profiteerde van de wanhoop van het volk:
- Hij beloofde de Duitsers werk
- Hij zou Duitsland weer sterk maken en trots (nationalisme)
 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
  • Lezen paragraaf 9.2 De economische wereldcrisis
    handboek bladzijdes 119 en 120

  • Maken van paragraaf 9.2 vraag 2,3,4,7,8 en 9, opdrachtenboek bladzijdes 104 en 105

Slide 23 - Slide