5 De Islam in Europa

KA 10 Verspreiding van de islam 
Leerdoelen
Uitleggen waar en hoe de Islam ontstond en hoe het zich verspreidde
Kalifaat en Joden en Christenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

KA 10 Verspreiding van de islam 
Leerdoelen
Uitleggen waar en hoe de Islam ontstond en hoe het zich verspreidde
Kalifaat en Joden en Christenen

Slide 1 - Slide

Wat weet je al over de islam?

Slide 2 - Slide

Ontstaan
  • Mohammed krijgt een visioen
  • "Allah is de enige god en jij bent zijn profeet"
  • Mohammed moest deze boodschap verkondigen

Slide 3 - Slide

Het ontstaan van de islam
  • Mensen hadden geen interesse in zijn verhaal en joegen Mohammed weg.
  • In 622 vluchtte Mohammed van Mekka naar Medina. (begin jaartelling)
  • In Medina sloeg de boodschap wel aan en veel mensen gingen in Allah geloven: moslim.
  • Het jaar 622 werd het begin van de islamitische jaartelling.

Slide 4 - Slide

Opvolgers van Mohammed



De groei van het kalifaat.

Slide 5 - Slide

Moeilijke woorden
Allah =
moslims =
kalief = 
kalifaat = 
Arabische wereld =
Zoek de betekenis op

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slag bij Poitiers
732

  • Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.

  • In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers. 
  • Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken en versloeg de Arabieren bij Poitiers.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke godsdienst is ouder?
timer
0:00
A
Christendom
B
Islam

Slide 11 - Quiz

De islam ontstond in de ....eeuw
A
7de eeuw
B
5de eeuw
C
6de eeuw

Slide 12 - Quiz


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 13 - Quiz

Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabisch schiereiland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Turkije

Slide 14 - Quiz

De kloosterlingen behoren tot de
A
Seculiere geestelijken
B
reguliere geestelijken

Slide 15 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 16 - Quiz

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 18 - Quiz

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
1 keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
5 keer per dag bidden

Slide 19 - Quiz

Wat is het heilige boek van de moslims?
A
Het oude testament
B
De Koran
C
De islam
D
De Cordoba

Slide 20 - Quiz

Mohammed vertrok naar de stad Medina in het jaar
A
622
B
623
C
620
D
630

Slide 21 - Quiz

Vanuit Medina veroverende de moslims grote delen van
A
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Italië
B
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje
C
Midden-Oosten, Zuid-Afrika en Italië
D
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Frankrijk

Slide 22 - Quiz

Maken vragen
blz. 55  7,9,10,11,12,13

Slide 23 - Slide