MCA M4 h1.4 Inflatie CPI indexcijfers

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
C
Hoeveel spaargeld je hebt
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 2 - Quiz

Nominaal inkomen stijgt 2%
Inflatie is 2,2%
Reële inkomen veranderd
A
+2%
B
+0,2+
C
-0,2%
D
+2,2%

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Rente stijgt
Inflatie stijgt
Consumenten sparen meer
Consumneten geven minder geld uit
Inflatie daalt
Consumneten geven meer geld uit
Consumenten sparen minder

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
Gebruik It's Learning: 
  • Planner 
  • Video's en Quizlet 
  • Lessen terugkijken via LessonUp

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Uitgaven 2016: € 450 p/mnd
Uitgaven 2017: € 570 p/mnd
2016 is basisjaar. Indexcijfer 2017? Heel getal!

Slide 10 - Open question

Indexcijfers

Slide 11 - Slide

Indexcijfer
Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip.
Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

consumentenprijsindex
Stappen om het cpi te berekenen:

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  

Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 15 - Slide

Afsluiting van de les
Gebruik It's Learning:
  • Planner
  • Video's en Quizlet
  • Lessen terugkijken via LessonUp

Slide 16 - Slide