Strafrecht

Binnen is beginnen 
  • Ga zitten op je plek
  • Jassen uit, boek en laptop erbij
  • Beantwoord de vragen op het blad 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Binnen is beginnen 
  • Ga zitten op je plek
  • Jassen uit, boek en laptop erbij
  • Beantwoord de vragen op het blad 

Slide 1 - Slide

H5: Strafrecht
- Aan het einde van de les kan je drie uitgangspunten van strafrecht noemen.
- Kan je drie rechten van een verdachte noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Strafrecht 
"Alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden" 

Slide 4 - Slide

Uitgangspunten strafrecht
  1. Je kan alleen worden gestraft als je iets doet wat volgens de wet strafbaar is. 
  2. Er wordt gekeken naar hoe zwaar het delict is
  3. Er wordt gekeken naar de situatie waarin het delict plaatsvond 
  4. Er wordt gekeken naar de leeftijd van de verdachte.  
  5. Toerekeningsvatbaarheid

Slide 5 - Slide

Wanneer mag je door rood licht rijden?

Slide 6 - Open question

Jeugdstrafrecht 
  • Tot 12 jaar niet vervolgd 
  • Geen openbare rechtszaak 
  • Jeugddetentie 
  • Speciale maatregelen

Slide 7 - Slide

Aan de slag
  • Maak de opdrachten op blz.55 van je boek.
  • Klaar? Kijk de opdrachten na, daarna aan de slag met actualiteiten opdracht.  

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke rechten heb jij als je veracht wordt van het plegen van een misdrijf?

Slide 10 - Open question

De rechten van een verdachte
  • Weten waarvan je wordt verdacht 
  • Recht op een advocaat 
  • Recht om te zwijgen
  • Beperkte tijd worden vastgehouden
  • Recht op eerlijk proces

Slide 11 - Slide

De rechten van een verdachte
  • Onschuldig tot het tegendeel bewezen is
  • Je mag in hoger beroep gaan 

Slide 12 - Slide

Aan de slag
  • Ga aan de slag met de opdrachten op blz.57 van je boek.
  • Klaar? Nakijken, daarna verder werken aan actualiteiten opdracht.  

Slide 13 - Slide

Je kan alleen worden gestraft als je iets doet wat volgens de wet strafbaar is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met "onschuldig tot het tegendeel bewezen is"?
A
Dat je recht hebt op een advocaat
B
Dat je pas schuldig bent als ze kunnen bewijzen dat jij het hebt gedaan
C
Dat de rechter onpartijdig is

Slide 15 - Quiz

Binnen is beginnen 
  • Ga zitten op je plek
  • Jassen uit, boek erbij
  • Beantwoord de vragen op het blad 

Slide 16 - Slide

6.1: De Politie
Aan het einde van de les:
- Kan je twee taken van de politie noemen
- Kan je twee bevoegdheden van de politie noemen

Slide 17 - Slide

Taken van de politie
  • Handhaven van de openbare orde
  • Hulpverlening 
  • Opsporing 
  • Preventie

Slide 18 - Slide

Bevoegdheden van de politie
  • Verdachte staande houden
  • Bekeuring geven
  • Verdachte aanhouden
  • Verdachte vasthouden
  • Fouilleren 

Slide 19 - Slide

Rechtsbescherming 
  • Wat de politie wel en niet mag staat in de wet
  • Wat zou er gebeuren als dit niet in de wet stond? 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Aan de slag
  • Ga aan de slag met de opdrachten op blz.65 van je boek
  • Klaar? Nakijken
  • Daarna mag je verder met je actualiteiten opdracht.  

Slide 22 - Slide

Wie bepaald in een rechtszaak of iemand wel of niet schuldig is?

Slide 23 - Open question

Wie probeert in een rechtszaak te bewijzen dat de verdachte onschuldig is?

Slide 24 - Open question

Wie probeert in een rechtszaak te bewijzen dat de verdachte schuldig is?

Slide 25 - Open question

6.2: De officier van justitie
Aan het einde van de les:
- Kan je vier taken van de officier van justitie noemen
-Kan je herkennen of een strafzaak wel of niet voor de rechter komt

Slide 26 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Korte herhaling strafrecht 
  • Wie is de officier van justitie?
  • Opsporingsonderzoek
  • Wat mag de officier van justitie doen

Slide 27 - Slide

Officier van Justitie
  • Werkt voor de overheid
  • Bewijs tegen verdachte zoeken
  • Openbaar Ministerie (OM) 

Slide 28 - Slide

Taken officier van justitie
  • Leidt het opsporingsonderzoek 
  • Bepaalt of verdachte naar de rechter gaat
  • Eist straf in de rechtszaak 
  • Zorgt dat de straf ook wordt uitgevoerd  

Slide 29 - Slide

Opsporingsonderzoek
  • Proces verbaal 
  • Onderzoek strafbare feiten
  • Officier van Justitie is verantwoordelijk
  • Politie voert uit 

Slide 30 - Slide

Aan de slag
  • Maak de vragen op het blad
  • Klaar? Dan mag je verder werken aan je actualiteiten opdracht.
  • Om 11:15 bespreken

Slide 31 - Slide

Wel of niet naar de rechter?
  • Officier heeft keuze uit meerdere opties
  • Seponeren
  • Schikken 
  • Vervolgen  

Slide 32 - Slide

Seponeren 
De officier vervolgt niet verder, want
- Er is onvoldoende bewijs
- Het gaat om een eerste kleine overtreding
- De verdachte is al genoeg gestraft 

Slide 33 - Slide

Schikken
  • Zaak komt niet voor de rechter
  • Officier van justitie bepaald ipv straf
  • Boete, taakstraf en strafblad
  • Verdachte kan schikking weigeren

Slide 34 - Slide

Opdracht 
  • Iedereen krijgt een kaartje met een verhaaltje 
  • Schrijf op de achterkant van je kaartje of deze persoon wel of niet voor de rechter moet verschijnen 
  • Leg ook uit waarom deze persoon wel of niet voor de rechter komt
  • Klaar? Leg je kaartje op de hoek van je tafel en ga verder met de actualiteiten opdracht. 

Slide 35 - Slide

Wel of niet voor de rechter
  • Pak je kaartje
  • Als de persoon op jouw kaartje NIET voor de rechter komt, ga dan aan de LINKERKANT van het lokaal staan
  • Als je persoon op jouw kaartje WEL voor de rechter komt, ga dan aan de RECHERKANT van het lokaal staan. 

Slide 36 - Slide