4.1 Oefenen Bevolking en ruimte in Nederland

Wat geeft het geboortecijfer aan?
A
Aantal geboortes
B
Levensverwachting bij geboorte
C
Levensverwachting
D
Bevolkingsgroei
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat geeft het geboortecijfer aan?
A
Aantal geboortes
B
Levensverwachting bij geboorte
C
Levensverwachting
D
Bevolkingsgroei

Slide 1 - Quiz

Als er meer mensen emigreren dan immigreren, dan is er een
A
vestigingsoverschot 
B
bevolkingsgroei
C
vertrekoverschot
D
bevolkingsafname

Slide 2 - Quiz

Deze kaart gaat over:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
nationale schaal
D
alle drie zijn correct

Slide 3 - Quiz

‘In 1975 werd Suriname onafhankelijk. Daarvoor hoorde het bij Nederland. Mijn ouders gingen toen meteen naar Nederland. Ze verwachtten hier een betere toekomst. Later werden mijn broertje en ik geboren.’
Tot welke groep immigranten behoren de ouders van deze persoon?
A
arbeidsmigranten
B
vluchtelingen
C
inwoners voormalige koloniën
D
asielzoekers

Slide 4 - Quiz

De bevolking groeit snel door?
A
Laag sterftecijfer, laag geboortecijfer
B
Laag sterftecijfer, hoog geboortecijfer
C
Hoog sterftecijfer, laag geboortecijfer
D
Hoog sterftecijfer, hoog geboortecijfer

Slide 5 - Quiz

Krimp 
Leefbaarheid wordt slechter
Vergrijzing
Hoge geboortecijfers niet-westerse allochtonen

Slide 6 - Drag question

Iemand die aan de overheid van een land vraagt om in dat land te mogen wonen omdat hij gevaar loopt in zijn eigen land, noem je een
A
allochtoon
B
westerse allochtoon
C
niet-westerse allochtoon
D
asielzoeker

Slide 7 - Quiz

Nederland: Geboortecijfer = 10
Sterftecijfer = 2
A
natuurlijke bevolkingsgroei = 4
B
natuurlijke bevolkingsgroei = 2
C
Natuurlijke bevolkingskrimp = 4
D
Natuurlijke bevolkingskrimp = 2

Slide 8 - Quiz

Aantal geboorten: 120.000
Aantal sterfgevallen: 100.000
Immigratie: 75.000
Emigratie: 80.000
Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van dit land?

Slide 9 - Open question

Waarom was het geboortecijfer vroeger hoger dan nu?
A
De meeste vrouwen trouwden op late leeftijd.
B
De woonomstandigheden waren slecht.
C
Er waren vroeger meer mensen zonder partner.
D
Vrouwen werden jonger moeder.

Slide 10 - Quiz

Welke uitspraak over arbeidsmigranten is waar?
A
De eerste arbeidsmigranten kwamen allemaal uit Marokko
B
Veel arbeidsmigranten kwamen uit voormalige koloniën.
C
In de jaren ’60 en ’70 kwamen veel arbeidsmigranten
D
Turkse arbeiders gingen na enkele jaren terug naar hun familie.

Slide 11 - Quiz

In de stad is de bevolkingsdichtheid hoger dan op het platteland
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Waardoor verandert het bevolkingsaantal in Nederland

Slide 13 - Mind map