2HV - HAY ESTAR SER

Otra vez: HAY ESTAR y SER...
OTRA VEZ: hay / estar / ser

OTRA VEZ: verbos reflexivos

OTRA VEZ: conjugar verbos regulares
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Otra vez: HAY ESTAR y SER...
OTRA VEZ: hay / estar / ser

OTRA VEZ: verbos reflexivos

OTRA VEZ: conjugar verbos regulares

Slide 1 - Slide

Hay/estar/ser(zijn)
Bij 'zijn' altijd de top 3 volgen:

1. Hay (staat er letterlijk 'er is' of 'er zijn' in de zin?)

2. Estar (kun je 'zijn' vervangen door 'zich bevinden'?)

3. Ser (in de overige gevallen). 

Let op: je kunt je ook in een tijdelijke emotionele staat bevinden. Bijv. verdrietig, boos, verliefd etc. Ook dan gebruik je 'estar'.

Slide 2 - Slide

Wanneer
gebruik je 
HAY,
ESTAR,
SER?

Slide 3 - Slide

Ser
Estar
... con mi hermano en el parque
en la playa 
... rood en zwart
... op de tafel
... tevreden
... erg oud
... profesora
... in bad
... Inglés
Dónde... ?
... knap
... blij
... lief
... alto

Slide 4 - Drag question

Niet specifiek?
Met niet specifiek wordt bedoeld dat het gaat om 
een supermarkt is, of om veel huizen. Er wordt niet aangeven of het een bepaalde supermarkt of een bepaald huis is.

Slide 5 - Slide

Ezelsbruggetje ESTAR/SER

  • Voor naam, lengte, beroep,karakter en andere vaste eigenschappen gebruik je ser.
  • Voor plaats/ ligging én tijdelijke fysieke of emotionele  toestand gebruik je estar.  

Slide 6 - Slide

Ezelsbruggetje ESTAR/HAY

  • Voor woorden waar de of het (el, la, los, las) voor staat, gebruik je estar.
  • Bij woorden waar een (un, una), een paar (unos, unas), telwoorden (dos, tres etc.) of een hoeveelheid (muchos, pocos) voor staat, gebruik je hay.  

Slide 7 - Slide



Hay
un
banco por aquí?
Sí, hay muchos bancos aquí.
¿El banco ING también está en el centro?
No, pero sí está el banco Santander. 


Is er een bank hier?
Ja, er zijn veel banken hier.
Zit de ING-bank ook in het centrum?
Nee, maar de Santander-bank zit er wel. 
ejemplo - voorbeeld

Slide 8 - Slide

Estar
Hay
nosotros
una amiga
un supermercado
la escuela
mucha gente
los leones
mis amigos
tres profesores
un gato

Slide 9 - Drag question

HAY
ESTAR
SER
Zijn, Zich bevinden, Liggen
Zijn
un, una,
unos, unas
Er is / 
Er zijn
en Barcelona
Pedro, María
alto, simpática
dos libros
de Barcelona
Profesora, policía
mucho/
poco
en el supermercado
triste (verdrietig)
enfermo (ziek)
guapo/-a
Holandés

Slide 10 - Drag question

Schrijf 3 korte zinnen (4-5 woorden)
met daarin SER, ESTAR en HAY

Slide 11 - Open question

Tot slot nog.... Levantarse

Slide 12 - Slide

levantas
llamáis
afeitan
levanto
llamamos
ducha
levanta
se
nos
me
se
os
te
se

Slide 13 - Drag question

Trabajamos
Maak de opdrachten in classroom.
Maak DEZE online opdrachten.

Slide 14 - Slide

Deberes
Leren: 
Voca U3: 3.1 3.2 3.3 N-S
Roze wwblad 1-25 S-N
Alle grammatica die je dit jaar gehad hebt!

Slide 15 - Slide