1. leer 1 t/m 10 goed, deze herhaalt zich continu.
2. Leer 10 t/m 20 omdat deze anders is dan de rest.
3. leer de getallen 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 1000.
4. Let op! in de 20 gebruiken we de i, vanaf de 30 de y.
5. zet de getallen achter elkaar:
Voorbeeld:
20= Veinte 30= treinta 600: seiscientos
21=veintiuno 31= treinta y uno 643: seiscientos cuarenta y tres
22= veintidos 32- treinta y dos 2021: Dos mil veintiuno