TH3B week 47

Nederlands
21 november
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
21 november

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Herhaling grammatica

- Leesmoment

- Opdrachten Op Niveau


Slide 2 - Slide

De postbode gat het pakketje [aan mijn moeder].
A
Lv
B
Mv

Slide 3 - Quiz

De man heeft [op de hoek van de straat] zijn auto geparkeerd.
A
Bwb
B
Bvb

Slide 4 - Quiz

Mijn moeder is vorige week ziek geweest.
A
Wwg
B
Nwg

Slide 5 - Quiz

Mijn broer [heeft] de marathon gelopen.
A
Pv
B
Wwg

Slide 6 - Quiz

Dat [laatste] ingrediënt verlaagt het smeltpunt van de chocolade enorm.
A
Bwb
B
Bvb

Slide 7 - Quiz

[Wie] heeft mijn laptop gesloten?
A
Aanw. vnm
B
Vr. vnw

Slide 8 - Quiz

We hebben [elkaar] een hand gegeven.
A
Wederkerig vnw
B
Wederkerend vnw

Slide 9 - Quiz

We worden nat, [omdat] het regent.
A
Onderschikkend voegwoord
B
Nevenschikkend voegwoord

Slide 10 - Quiz

Mevrouw Cooper, [docent biologie aan Wolfert Tweetalig,] heeft een aquarium in de klas.
A
Zinsdeel
B
Deel van een zinsdeel

Slide 11 - Quiz

Opdracht (20 minuten)
1) In tweetallen bedenk je zinnen bij elk van de onderdelen redekundig ontleden
2) Bedenk zinnen bij minimaal 10 van de onderdelen taalkundig ontleden

Regels: je mag zelf bepalen of je voor elk onderdeel een zin maakt, of meerdere onderdelen in een zin zet.

Slide 12 - Slide

Redekundig ontleden:
Zinsdelen
Persoonsvorm
Zinsdeelstrepen
Gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Delen van zinsdelen

Bijvoeglijke bepaling
Bijstelling

Slide 13 - Slide

Taalkundig ontleden:

- znw, lw, bnw, vz
- zww, hww, kww
- pers vnw, bez vwn, 
- wederkerig vwn, wederkerend vwn
- vr vnw, aanw vnw, betr vnw,
onb vnw




- onbep hoofdtelw, bep hoofdtelw
- bep hoofdtelw, bep rangtelw
- ondersch vw, nevensch vw
- bw

Slide 14 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Wissel je zinnen uit met het tweetal achter jullie. Jullie mogen elkaars zinnen ontleden.

Klaar? Check elkaars antwoorden.

Slide 15 - Slide

Leesmoment
We lezen tot 14:15 uur.

Slide 16 - Slide

Opdracht (15 minuten)
Maak opdracht 5 en 6 van grammatica blok 3.

Slide 17 - Slide

Nederlands
22 november

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
- Bedrijvend en lijdend: uitleg

- Zelf nieuwsartikel schrijven

- Nieuwsquiz

Slide 19 - Slide

Bedrijvend en lijdend 
  1. De man koopt een computer.

  2. Een computer wordt door de man gekocht.

Wat is het verschil tussen de twee zinnen?
Wat is het onderwerp in zin 1? En zin 2?
Wat is het lijdend voorwerp in zin 1? En zin 2?

Slide 20 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Schrijf een kort nieuwsbericht over een zelfgekozen onderwerp.
Onderwerpen: een nieuwe pizza, een orkaan in Rotterdam, er is een roze olifant geboren, etc.

Je mag alleen bedrijvende zinnen gebruiken.

Klaar? Maar opdracht 5 en 6 van grammatica blok 3 af.

Slide 21 - Slide

Opzet nieuwbericht
Titel

Lead (korte samenvatting, dikgedrukt)

Twee alinea's met feiten

Afsluitende alinea: vooruitwijzing, advies, toekomstbeeld

Slide 22 - Slide