This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bewegen
Slide 1 - Slide
Paragraaf 2: Gemiddelde snelheid
vgem=ts
Gemiddelde snelheid
gemiddelde snelheid (vgem)
afstand (s)
tijd (t)
gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Slide 2 - Slide
Afstand en tijd bereken
Slide 3 - Slide
Snelheid omrekenen
Slide 4 - Slide
Beantwoorden vragen
het antwoord is altijd een getal met een eenheid er achter bijvoorbeeld:
10 km/h
5 m/s
140 s
65 m
Antwoord: getal, spatie, eenheid
Slide 5 - Slide
Een sprintster loopt de 200 meter in 25 s. Bereken de gemiddelde snelheid.
Slide 6 - Open question
Hoeveel km/h is 25,5 m/s?
Slide 7 - Open question
Hoeveel m/s is 18 km/h?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Als een auto 40 km/h rijdt, is de remweg (onder normale omstandigheden) 10 m. Hoe lang is de remweg als de auto 120 km/h rijdt?
Slide 11 - Open question
Zet op volgorde van korte remweg naar lange remweg.
droge weg
nat wegdek
sneeuw (met winterbanden)
Sneeuw (zonder winterbanden)
ijs
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Justine rijdt met 45 km/h over een lokale weg, al ze plotseling moet remmen voor een hond die de weg op rent. Haar reactietijd is 0,8 s. Bepaal hoe groot de stopafstand is. Je kunt de remweg aflezen uit de grafiek. (blz 197 in je boek)