BB3A- 9/12-13/12 lesson 3

English
BB3A- 9/12-13/12  lesson 3
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English
BB3A- 9/12-13/12  lesson 3

Slide 1 - Slide

What are we going to do today 
writing reader

Slide 2 - Slide

writing reader
In deze periode krijgen jullie een schrijftoets. Om dit te oefenen krijgen jullie na de kerstvakantie een writing reader om je hier op voor te bereiden. 
Vandaag nemen we door hoe je een e-mail moet opstellen en gaan jullie een e-mail schrijven om te oefenen. 

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je een informele
 e-mail? 
Aanhef - Aan wie schrijf je? Begin altijd met Dear (naam) 
Openings zin: waarom schrijf je?
-I am writing you because.... 
- Thank you for your letter.... 
brief: beantwoord of stel vragen, vertel iets wat je hebt meegemaakt... ect. 
-lees de opdracht altijd goed en zorg dat je alles wat in de brief moet staan ook erin zet. 
-maak in de brief alinea's met 1 witte regel ertussen. 
Afsluit zin: geef aan dat je iets terug wil horen, of dat je genoeg informatie hebt. 
-I hope/lookingforward to hear from you soon
- I hope this answers your questions. 
-if there is anything else you want to know just let me know. 
Afsluiting: eindig de brief met Kind regards en je naam  

Slide 4 - Slide

Writing assignment
Je gaat in de kerstvakantie op bezoek bij je familie in Amerika. Je stuurt je neef Mike  een mail met wat vragen. Zorg dat de volgende punten in je e-mail staan: 
- Aanhef (dear...) 
- Zeg dat je hem schrijft omdat je met de kerstvakantie op bezoek komt. 
- Zeg dat je een paar vragen hebt over je bezoek. 
-bedenk 2 vragen en stel deze aan je neef. 
-noem 2 dingen op die je graag zou willen doen tijdens je bezoek. 
-afsluitzin: zeg dat je graag wat terug hoort en dat je er naar uitkijkt om op bezoek te komen. 
-afsluiting (Kind regards.....) 

Als je klaar bent lever je de e-mail bij mij in. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Past Continuous
Iets wat in het verleden een tijdje aan de gang was. 
(+) Persoon + was/were +werkwoord+ing
I was playing a game. 
(-) Persoon + wasn't/weren't + werkwoord+ing
They weren't playing a game. 
(?) Was/Were + persoon + werkwoord+ing
Were you playing a game? 

I/He/She/It - Was
You/They/We - Were
meer uitleg? Pak je boek en kom bij me. 

Slide 7 - Slide

Get to work
Ga naar blz 28-29 in je tekstbook en blz 90 in je werkbook. 

Maak de opdrachten 2 tm 10

Dit is huiswerk voor maandag. Ben je klaar? Laat het mij weten en ga de woordjes van 3.1 leren ( blz 84) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide