This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
Televisie en radio
Slide 3 - Slide
Televisie en radio
Omroepen
Organisaties die via radio, televisie en internet informatie uitzenden naar een groot publiek.
We maken onderscheid tussen commerciële en publiekeomroepen.
Een omroep is geen zender..
Slide 4 - Slide
Commerciële omroepen
Commerciële omroep
Een bedrijf dat als doel heeft om geld te verdienen met zijn uitzendingen.
Kijk- en luistercijfers
Het aantal kijkers of luisteraars van een tv- of radioprogramma.
Slide 5 - Slide
Publieke omroepen
Publiekeomroepen krijgen geld van de overheid. Dit geld komt deels uit belastingen en deels uit reclame.
In de Mediawet staat dat publieke omroepen ervoor moeten zorgen dat er verschillende soorten programma’s zijn voor verschillende doelgroepen. Dit zorgt voor meer pluriformiteit zodat er voor iedereen wat interessants is.
Slide 6 - Slide
On demand
Er zijn ook bedrijven die hun programma’s online hebben staan. Als je op deze ‘streaming diensten’ geabonneerd bent, kan je op elk gewenst moment iets bekijken. Dit noemen we on demand.
On demand
Op verzoek of op aanvraag.
Slide 7 - Slide
Krant of tijdschrift?
Slide 8 - Slide
Commercieel of publieke omroep?
A
Commercieel
B
Publiek
Slide 9 - Quiz
Het doel is om winst te maken
A
Commerciële omroep
B
Publieke omroep
Slide 10 - Quiz
Publieke omroep?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Deze les
Terugblik
Verschillende soorten media 5.2
Deze les: Wat is actualiteit 5.3
Aan het werk: maken opdracht actualiteit
Bespreking
Afsluiting
Slide 12 - Slide
Deze les
Deze les: Wat is actualiteit 5.3
Aan het werk: maken opdracht actualiteit
Bespreking
Afsluiting
Slide 13 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je :
-de kenmerken van een nieuwsbericht
-hoe je 'echte nieuws' kan onderscheiden van 'fake news'
Slide 14 - Slide
Kijk jij naar het nieuws op tv of internet?
ja
nee
Slide 15 - Poll
Als je niet naar het nieuws kijkt, hoe bereikt het nieuws jou wel?
A
Facebook
B
Instagram
C
Ouders
D
Snapchat
Slide 16 - Quiz
Wanneer spreekt het nieuws jou wel aan?
Slide 17 - Open question
Kenmerken van een nieuwsbericht
Slide 18 - Slide
Nieuws
Slide 19 - Mind map
1. is het actueel?
- Nieuws = iets nieuws
- een demonstratie 1 week later vermelden op het nieuws heeft geen zin
- hoe actueler, hoe interessanter
Slide 20 - Slide
2. Is het bijzonder?
- Nieuws moet bijzonder zijn
- heftig, vreemd, erg
Slide 21 - Slide
3. Belangrijke/bekende persoon?
- Sneller in het nieuws
- Veel mensen vinden het interessant
- Veel bereik
Slide 22 - Slide
4. Dichtbij of veraf
- Een gebeurtenis in Nederland is vaak interessanter dan een gebeurtenis bijv. in Spanje
- Nieuws uit het buitenland kan gevolgen hebben voor Nederland
Slide 23 - Slide
5. Doelgroep
- Nieuws voor jongeren verschijnt sneller op Instagram dan op de site van de Volkskrant
Slide 24 - Slide
6. Belangrijk voor de samenleving?
-
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Is nieuws altijd betrouwbaar?
1. bron vermelden
2. informatie moet gecontroleerd zijn
3. hoor en wederhoor
4. alleen feiten, geen meningen
Slide 27 - Slide
Wat betekent Fake news?
Nepnieuws is misleidende informatie die wordt verspreid om geld te verdienen of om de mening van het publiek te beïnvloeden.
Slide 28 - Slide
FAKE NEWS
Trump beschuldigt de media regelmatig van Fake news. De vraag is of dit ook daadwerkelijk fake news is. Het gevaar van Fake news is er wel degelijk er zijn hele bedrijven bezig met het maken van Fake news.
Onder Fake News verstaan we informatie die niet gebaseerd is op feiten maar wel als zodanig wordt gebracht.
Vooral gerenommeerde kranten als de Washington Post en de New York times en de zender CNN worden als fake news bestempeld door Trump. Door als president de media steeds te beschuldigen van fake news als hem het bericht niet aanstaat, ondermijnt Trump de democratie.