Herhalen H1 en H2 lezen jaar 2

Even herhalen:
wat is een kernzin ook alweer?
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Even herhalen:
wat is een kernzin ook alweer?

Slide 1 - Mind map

Een kernzin is de belangrijkste zin van een alinea.


De overige informatie in de alinea is de toelichting. De toelichting geeft informatie over de kernzin (het licht de informatie toe).

Slide 2 - Slide

Pietje heeft voor zijn verjaardag een nieuwe fiets gekregen. De fiets is blauw en heeft 13 versnellingen.
A
De eerste zin is de kernzin.
B
De tweede zin is de kernzin.

Slide 3 - Quiz

Hoofdzaken en bijzaken
Zoals een alinea een kernzin heeft, kan een hele tekst bestaan uit hoofdzaken en bijzaken. 
De hoofdzaken doen ertoe. De bijzaken zijn daar alleen maar een aanvulling op. 

Slide 4 - Slide

Maar hoe zat het dan ook alweer met het onderwerp van de tekst en de hoofdgedachte?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zoek het signaalwoord en tekstverband:
Ik zat eerst in een stoel en daarna ging ik op de bank liggen.
A
Eerst/daarna chronologisch verband
B
Er staat geen signaalwoord in de zin
C
Eerst opsommend verband
D
Daarna toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

Zoek het tekstverband:
Hij houdt niet alleen van pannenkoeken maar ook van pizza's.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Toelichting

Slide 11 - Quiz

Wat is een tekstverband eigenlijk? Zoek het beste antwoord.
A
Je legt verband tussen twee teksten
B
Je verbindt signaalwoorden met elkaar.
C
Je legt verband tussen alinea's
D
Je legt verband tussen zinnen en alinea's

Slide 12 - Quiz

Wat moet je doen als je moeilijk woord tegenkomt en je hebt geen woordenboek?
A
Het woord overslaan
B
Naar stukjes van het woord kijken
C
De zinnen eromheen lezen
D
A, B en C zijn goed

Slide 13 - Quiz

Een titel boven een alinea of boven meerdere alinea's noem je....
A
Alinea
B
Tussenkopjes
C
Tekstgedeelte
D
Signaalwoord

Slide 14 - Quiz

Wat geeft een signaalwoord aan?
A
Geeft aan dat er iets belangrijks aankomt in de tekst.
B
Belangrijkste woord in een tekst.
C
Een tekstverband
D
Een woord dat aangeeft dat er een tekstverband komt.

Slide 15 - Quiz