3.2 Socialisatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3.2 socialisatie

3.2 socialisatie

doelen:

• Je kunt uitleggen wat socialisatie is, hoe dit proces verloopt en er voorbeelden van geven.
• Je kunt voorbeelden van sociale controle geven en herkennen.
• Je weet wat internalisatie is.

3.2 Socialisatie

Waar vindt het plaats? 

• In het gezin / familie
• op school
• bij de sportclub
• vrienden/vriendinnen
• geloof
• media
• de overheid

Het bewust aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen (het leren van cultuur).

Sociaal heeft te maken met hoe mensen met elkaar omgaan.

Aangeboren en aangeleerd?

Gedrag is voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd.

 

Aangeboren 

Het maken van klanken, talent

Aangeleerd

Een taal spreken, doorzettingsvermogen (voetbal)

Aangeleerde eigenschappen

Eigenschappen die je aangeleerd zijn door je omgeving

Aangeboren of aangeleerd?

Rustig zijn

1. aangeboren
2. aangeleerd

Aangeboren of aangeleerd?

Praten

1. aangeboren
2. aangeleerd

Is dit aangeleerd of aangeboren gedrag?

1. Aangeleerd
2. Aangeboren

Aangeboren of aangeleerd?

Voetbaltalent

1. aangeboren
2. aangeleerd

3.2 Socialisatie

Informatie: leren door te horen/ zien

Imitatie: leren door te kopiëren/ na te doen

Ervaringen: leren door fouten/ verleden

Experimenteren: leren door te proberen

Hoe socialiseer je?

3.2 socialisatie

Hoe ga je leren?

Stel je wilt leren hoe je olie maakt. Geef van iedere manier van leren aan hoe je dit gaat doen.

• informatie
• imitatie
• ervaring
• experimenteren

3.2 socialisatie

sociale controle             Mensen in jouw omgeving letten op hoe jij je gedraagt.

Er wordt gebruik gemaakt van sancties. Een maatregel om te laten merken of iets goed of fout is.

een sanctie kan positief of negatief zijn. belonen of straffen.

Maken 3.2