This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Sleepvragen
Bekijk de vragen op volgende dia's. Verbind de foto's met het juiste begrip of foto.
Slide 8 - Slide
Vlakte
Heuvel
Plateau
Berg
Rechte horizonlijn
Golvende horizonlijn
Rechte horizonlijn
Kantige horizonlijn
Slide 9 - Drag question
Vlakte
Heuvel
Plateau
Berg
Slide 10 - Drag question
Meerkeuzevragen
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.
Slide 11 - Slide
Bij welke reliëfvorm behoort volgende zin: "Kleine hoogteverschillen op het bovenvlak, matige tot grote hoogteverschillen bij een rivier of aan de rand"
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Bij welke reliëfvorm behoort volgend kenmerk?: "Matige tot steile hellingen"
A
Plateau
B
Berg
C
Vlakte
D
Heuvel
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Sleepvragen
Bekijk de vragen op volgende dia's. Verbind de foto's met het juiste begrip of foto.
Slide 22 - Slide
Gebergte
Heuvelland
Slide 23 - Drag question
Reliëfvormen
Hoogtezones
Reliëfeenheid
Laagland
Berg/gebergte
Vlakte
Middelland
Plateau
Wanneer een gebied gekenmerkt wordt door een overheersende reliëfvorm.
Hoogland
Heuvel/heuvelland
Slide 24 - Drag question
Meerkeuzevragen
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.
Slide 25 - Slide
Welke reliëfvorm zoek ik onder 200m?
A
Heuvel/heuvelland
B
Laagvlakte
C
Geen van deze
D
Laagplateau
Slide 26 - Quiz
Welke reliëfvorm zoek ik tussen 200m en 2000m?
A
Geen van deze
B
Hooggebergte
C
Plateau
D
Laagplateau
Slide 27 - Quiz
Welke reliëfvorm zoek ik boven 2000m?
A
Geen van deze
B
Middelgebergte
C
Hoogplateau
D
Laag heuvelland
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Juist of fout
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.
Slide 45 - Slide
Het verband tussen het reliëf en de plaatranden is een voorbeeld van een horizontale relatie.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 46 - Quiz
Alle hooggebergtes komen voor aan de randen van de platen.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 47 - Quiz
Het reliëf is een constante en is dus nooit in verandering.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 48 - Quiz
Het reliëf verandert voortdurend door de krachten van platen die van elkaar weg gaan.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 49 - Quiz
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
Open vragen
Beantwoord de vragen op volgende dia's.
Slide 52 - Slide
Leg uit wat erosie betekent. Dit mag in je eigen woorden.
Slide 53 - Open question
Wat gebeurt er met het landschap onder invloed van erosie?