Woordenschat H4

Vandaag: pleonasme / tautologie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Vandaag: pleonasme / tautologie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Je weet wat tautologie en pleonasme is.
  • Je kunt tautologie en pleonasme in zinnen herkennen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap die al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 4 - Slide

Pleonasme / tautologie

Slide 5 - Slide

pleonasme of tautologie?


De politie vroeg of ik exact wilde vertellen hoe alles precies was gegaan.

Slide 6 - Slide

Woordenschat hfst. 4opdracht 1+2 maken
Lesboek en schrift
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Pleonasme
Tautologie
Bedenk een voorbeeld
van een pleonasme en een tautologie

Slide 8 - Mind map

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quiz

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 10 - Quiz

Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quiz

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 1 t/m 5 Woordenschat H4.
Hoe? Lesboek en schrift
Tijd? 25 minuten
Hulp? 15 minuten zelfstandig, 10 samen
Klaar? Verder met les 4 van kampvuurverhaal

Slide 13 - Slide

De dingen zwart/wit zien.
A
pleonasme
B
tegenstelling
C
climax
D
vergelijking

Slide 14 - Quiz

Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
foutieve tautologie
D
foutief pleonasme

Slide 15 - Quiz

Tekst
We hebben ons te barsten gelachen.
Ik heb hem opgetelefoneerd.
Hij lacht als een boer met kiespijn. 
Hij heeft zijn werk nauwkeurig en exact gemaakt.
De gele maan schijnt aan de hemel. 
Ik werk liever op een Samsung dan op een Apple. 
Metonymia
Contaminatie
Tautologie
vergelijking met als
Hyperbool
Pleonasme

Slide 16 - Drag question

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 17 - Quiz

Wis en waarachtig is een
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quiz

Hij pakte het koude ijs.
A
pleonasme
B
personificatie
C
metonymia
D
tautologie

Slide 19 - Quiz

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie

Slide 20 - Quiz

De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 21 - Quiz

Verzin zelf eens een pleonasme.

Slide 22 - Open question

Kun je zelf nog een tautologie verzinnen?

Slide 23 - Open question